30.11.2020 Views

Succulenta - december 2020

  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

241<br />

16 ISSN<br />

Februari December <strong>2020</strong><br />

Jaargang 99<br />

0039-4467<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


De Algemene LedenVergadering<br />

Ben Wijffelaars<br />

Het is er dan toch van gekomen: de Algemene<br />

Ledenvergadering <strong>2020</strong> van <strong>Succulenta</strong>.<br />

Op 26 september. Door de Coronaperikelen<br />

niet in ’s-Hertogenbosch, maar in het<br />

Hajé Restaurant langs de A27 in Nieuwegein.<br />

En dat maakt nogal wat verschil, kan ik<br />

u vertellen. Waar in april de Bossche restaurant-<br />

en kroegeigenaren al handenwrijvend<br />

klaar stonden om heel veel <strong>Succulenta</strong>leden<br />

te ontvangen, moest Hajé het doen met<br />

23 deelnemers. Weliswaar inclusief bestuur,<br />

maar toch! Geen Bossche bollen dus, maar<br />

een hygiënisch verpakt sneetje peperkoek.<br />

Strategisch op anderhalve meter uit elkaar<br />

opgesteld, vormde dat toch nog een gehoor<br />

van een dikke 30 meter lengte. Geen handen<br />

schudden en geen omhelzingen van leden<br />

die elkaar al anderhalf jaar niet meer<br />

hadden ontmoet. De omstandigheden waren<br />

zodanig dat Hajé niet bang hoefde te zijn<br />

dat het samenzijn zou ontaarden in een polonaise<br />

of in carnavalesk feestgedruis, iets<br />

wat in Oeteldonk al ontstaat als je een geel<br />

bloeiende epiphyllum in je kasje hangt tussen<br />

een witte en een rode.<br />

Het restaurant had zelf op nog minder deelnemers<br />

gerekend, vermoed ik, want ik zag<br />

aan diverse stoelen prijskaartjes hangen.<br />

Die van mij moest € 89,00 opbrengen, veel<br />

geld voor een zichtbaar gebruikte caféstoel.<br />

Strategie van het bedrijf vertelde een vriendelijke<br />

Hajé-dame die overigens niet met<br />

naam en toenaam in de <strong>Succulenta</strong> wilde<br />

staan. Mogelijk omdat zij verantwoordelijk<br />

was voor de groenvoorziening binnen het<br />

Hajé-concern. In geen enkele Coronamaatregel<br />

heb ik ergens kunnen lezen dat het<br />

voortaan voor de horeca verboden is de eigen<br />

planten van water te voorzien. Zo heb<br />

ik een foto kunnen maken van volstrekt uitgedroogde<br />

gasteria’s, maar deze bleek door<br />

het opdwarrelend stof niet geschikt voor<br />

publicatie. Mogelijk kunnen we de Hajé-dame<br />

een exemplaar sturen van onze nieuwe<br />

handleiding voor de verzorging van cactussen<br />

en vetplanten.<br />

Maar goed, genoeg lelijk gedaan over Hajé.<br />

Die mensen hebben de nare onvoorziene<br />

omstandigheden van deze tijd ook niet veroorzaakt<br />

of kunnen voorkomen! De koffie<br />

was goed en de ontvangst ook. Het restaurant<br />

in Nieuwegein is eigentijds, op een<br />

fraaie locatie centraal in ons land.<br />

Over de ledenvergadering zelf ga ik niets<br />

verklappen. Daar hebben we onze secretaris<br />

voor. Het lijkt me dat de vele nieuwe gezichten<br />

in het bestuur en bij de instellingen onze<br />

vereniging Corona-proef hebben gemaakt.<br />

Ook al omdat Theo Heijnsdijk, na acht jaar<br />

bestuurservaring, nu terug kan vallen op zijn<br />

core-business: het publiceren van gedegen<br />

plantbeschrijvingen in <strong>Succulenta</strong>. Misschien<br />

nu met extra aandacht voor onze gasteria’s.<br />

bwijffelaars@planet.nl<br />

242<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


GYMNOCALYCIUM SAGLIONIS:<br />

DE KNOBBEL-KINCACTUS<br />

Theo Heijnsdijk<br />

De Knobbel-Kincactus, Gymnocalycium saglione is herkomstig uit het<br />

noorden van Argentinië en ontwikkelt zich tot groote, zelfstandige kogels,<br />

die tot 30 cm in doorsnede kunnen bereiken. Ze zijn dofgroen van kleur<br />

en tellen 13 tot 32 ribben, al naar de grootte der plant, die verdeeld zijn<br />

in groote, lage, ronde knobbels. De areolen zijn in de jeugd viltig en dragen<br />

eerst opgerichte, later min of meer naar buiten buigende, 3 tot 4 cm<br />

lange, donkerbruine, tot zwarte doorns, ten getale van 8 tot 10 op kleine<br />

planten; 15 of meer op grootere. Er is één middendoorn, soms zijn er<br />

meer; de trechtervormige bloemen zijn wit of rose getint en 3½ cm lang.<br />

Tot zover de tekst van A.J. van Laren in het Verkade-album ‘Vetplanten’ uit 1932. Zie de afbeelding.<br />

Kenmerken<br />

Wat Van Laren niet schrijft, is dat de meestal<br />

grauwe doorns bij bevochtiging, bijvoorbeeld<br />

met een plantenspuit, een fraaie<br />

dieprode kleur aannemen (afb. 1 en afb.2).<br />

Dit is in geval van twijfel een beproefd middel<br />

om vast te stellen of je inderdaad met<br />

G. saglionis van doen hebt. Een ander kenmerk<br />

is de zeer korte, bijna niet waarneem-<br />

Afb. 1: Gymnocalycium saglionis met zaadbes.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 243


Afb. 2: Dezelfde plant na bevochtiging van de<br />

doorns.<br />

Afb. 3: De bloemen zijn meestal wit, soms iets<br />

roze.<br />

bare bloembuis. De bloemen (meestal wit,<br />

afb. 3), komen daardoor niet of nauwelijks<br />

boven de doorns uit (afb. 4). Opvallend is<br />

dat de vruchten bij rijpheid niet alleen maar<br />

overlangs openbarsten, zoals gebruikelijk<br />

voor de meeste gymnocalyciums, maar dat<br />

de pulp met zaden daarbij naar buiten geperst<br />

wordt (afb. 5).<br />

Het geslacht Gymnocalycium<br />

Toen Linnaeus in 1753 zijn beroemde Species<br />

Plantarum publiceerde, kende hij 22<br />

cactussoorten. Hij beschreef ze allemaal in<br />

één geslacht: Cactus.<br />

Afb. 4: Gymnocalycium saglionis heeft een zeer korte, bijna niet waarneembare bloembuis.<br />

244<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Afb. 5: Als de vrucht rijp is, wordt de<br />

zaadmassa er uitgeperst.<br />

Naarmate het aantal bekende cactussoorten<br />

toenam, ontstond er de behoefte om het geheel<br />

overzichtelijker te maken door geslachten<br />

af te splitsen. Dat ging vooral naar de<br />

groeivorm. Al in 1754 creëerde Philip Miller<br />

de nieuwe geslachten Cereus (voor de zuilcactussen)<br />

en Opuntia (voor de schijfcactussen).<br />

Mammillaria werd in1812 door Haworth<br />

afgesplitst. Voor bolcactussen in het<br />

algemeen werd het Echinocactus. Dit geslacht<br />

werd formeel in 1827 door de Duitse<br />

botanici Johann Heinrich Friedrich Link en<br />

Christoph Friedrich Otto opgesteld.<br />

Maar ook het aantal echinocactussen nam<br />

snel toe en dat leidde ertoe dat hier ook<br />

weer afsplitsingen plaatsvonden. De benaming<br />

Gymnocalycium is voor het eerst door<br />

Ludwig Pfeiffer (naar eigen zeggen) gebruikt<br />

in een catalogus uit 1843. Formeel<br />

is het geslacht in 1844 door Ludwig Mittler<br />

opgesteld, maar hij schreef de naam net<br />

iets anders: Gymnocalicium. Later is dit alsnog<br />

gecorrigeerd naar de huidige schrijfwijze<br />

met de Griekse y. Dat doet ook beter<br />

recht aan de betekenis van de naam. Die<br />

is afgeleid van de Griekse woorden gymnos<br />

(naakt) en kalyx (buis) en dat heeft weer<br />

rechtstreeks betrekking op de meest kenmerkende<br />

eigenschap van de soorten in<br />

het geslacht, een naakte bloembuis (zonder<br />

doorns, haren en wol). Die bloembuis is wel<br />

beschubd, zoals op afb. 4 ook goed te zien<br />

Afb. 6: De eerste afbeelding van Gymnocalycium<br />

saglionis, in het ‘Monatsschrift für<br />

Kakteenkunde’ van februari 1902.<br />

is, en doet daardoor denken aan een slangenhuid.<br />

Verder onderscheiden de meeste<br />

gymnocalyciums zich door kinvormige<br />

verdikkingen, net onder de areolen. Daarmee<br />

is de benaming ‘Kincactus’ uit het Verkade-album<br />

ook verklaard. Bij G. saglionis is<br />

het kinnetje trouwens erg klein, nauwelijks<br />

zichtbaar eigenlijk. Op het plaatje in het Verkade-album<br />

zie je er ook niets van.<br />

De nieuwbeschrijving van Gymnocalycium<br />

saglionis<br />

Hoe G. saglionis in Europa (Frankrijk) terechtgekomen<br />

is, is niet duidelijk. Feit is dat de<br />

soort in 1847 als Echinocactus saglionis beschreven<br />

is in het Franse tijdschrift Portefeuille<br />

des Horticulteurs. De beschrijving was<br />

aan de hand van een of meerdere exemplaren<br />

in de collectie van de in die tijd zeer bekende<br />

plantenkwekerij ‘Frères Cels’ in Parijs.<br />

Die broers heetten Jean-François en Auguste.<br />

Een auteur wordt bij het artikel niet vermeld,<br />

maar zeer waarschijnlijk is het Jean-François.<br />

Hij was van de twee broers degene die zich<br />

met de cactussen bezighield. Naar hem is<br />

Oreocereus celsianus genoemd.<br />

G. saglionis is genoemd naar Joseph Saglio,<br />

een cactusliefhebber in Straatsburg.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 245


Afb. 7: De afbeelding van Gymnocalycium saglionis in de verzameling van De Laet, in het<br />

weekblad ‘Die Gartenwelt’ van 14 maart 1903.<br />

Cels geeft aan dat de plant een beetje op<br />

Echinocactus hexaedrophorus (nu Thelocactus)<br />

lijkt. De bloemen waren onbekend. Als ‘vaderland’<br />

wordt Chili genoemd.<br />

Daarna blijft het ruim een halve eeuw stil<br />

rond deze soort. Behalve dan dat Labouret<br />

in 1853 de plant als variëteit van de in 1850<br />

door Salm-Dyck beschreven E. hybogonus (=<br />

met knobbelige hoeken) ziet. En het schijnt<br />

dat rond 1893 door Frédéric Weber enkele<br />

exemplaren naar Duitsland gezonden werden.<br />

Verspreiding in Europa<br />

Maar grotere bekendheid kreeg de plant<br />

toen Karl Schumann in februari 1902 in een<br />

artikel onder de kop ‘Echinocactus saglionis’<br />

in het ‘Monatsschrift für Kakteenkunde‘<br />

onder meer het volgende schreef (vrij vertaald):<br />

“Hoewel de hier afgebeelde soort niet nieuw is,<br />

maar vroeger al beschreven is, is ze toch sinds<br />

lange tijd niet in Europa ingevoerd. De verdienste<br />

van de import is aan onze goede vriend, de<br />

heer De Laet in Contich, toe te schrijven, die<br />

kosten nog moeite spaart om nieuwe en zeldzame<br />

vormen te verkrijgen en ze te verspreiden.<br />

We weten dat deze planten uit het noorden<br />

van Argentinië stammen, en het is werkelijk<br />

verbazingwekkend dat het mogelijk is dat de<br />

plant al rond 1847 verkregen is. Tegenwoordig<br />

zijn de spoorwegen zeer ver tot in het noorden<br />

doorgetrokken; maar in die tijd behoorde<br />

het vaderland van Echinocactus Saglionis niet<br />

alleen tot de ‘witte vlekken’ op de kaart, maar<br />

het gebied werd door vijandige indianenstammen<br />

bewoond, die de Gran Chaco ook nu nog<br />

onveilig maken. Maar die verschrikkelijke steppe<br />

moet doorgetrokken worden door degenen<br />

die de provincies aan de voet van de Andes willen<br />

bereiken”<br />

246<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


De bij het artikel afgebeelde foto (afb. 6)<br />

is de eerste gepubliceerde afbeelding van<br />

de soort. Hij is ook opgenomen in de in<br />

1903 verschenen aanvulling (‘Nachträge) op<br />

Schumanns ‘Gesamtbeschreibung der Kakteen’.<br />

De hierboven genoemde E. hybogonus<br />

werd door Schumann als synoniem aan G.<br />

saglionis gezien.<br />

Franz de Laet zelf schreef er ook over. In<br />

maart 1903 verscheen er van zijn hand in<br />

het Duitse weekblad ‘Die Gartenwelt’ een<br />

groot artikel, met vijf foto’s, over cactussen.<br />

Hij was een van de vijf prijswinnaars van de<br />

wedstrijd die het blad georganiseerd had<br />

(voorwaarde: minstens twee foto’s met begeleidende<br />

tekst). De winnaars verdienden<br />

daar alle vijf een bedrag van 40 Reichsmark<br />

mee.<br />

In het artikel besprak De Laet ook E. saglionis.<br />

Hij schreef (weer vrij vertaald uit het<br />

Duits):<br />

Echinocactus Saglionis uit de Argentijnse Cordillera<br />

was sinds lange tijd bijna helemaal uit<br />

de verzamelingen verdwenen toen het toeval<br />

me naar zijn ontdekking voerde, waarna ik<br />

deze in grote aantallen invoerde.<br />

Hij schreef er ook bij dat hij in zijn grote verzameling<br />

geconstateerd had dat de variatie<br />

binnen deze soort zeer groot is. De foto (afb.<br />

7) laat een paar forse exemplaren zien. Uit<br />

latere documentatie blijkt dat de invoer in<br />

1901 had plaatsgevonden vanuit de provincie<br />

Tucumán in Argentinië.<br />

De natuurlijke groeiplaatsen<br />

G. saglionis komt voor in het noordwesten<br />

van Argentinië. Het verspreidingsgebied<br />

strekt zich uit over de provincies Salta, Tucumán,<br />

Catamarca, La Rioja (het zuiden) en<br />

San Juan (het oosten). Ruwweg van de 25 e<br />

tot de 32 e breedtegraad. De planten komen<br />

daar voor op hoogtes tussen 240 en 2600<br />

meter boven zeeniveau. Ze staan meestal op<br />

rotsachtige heuvels of op vlak stenig terrein.<br />

G. saglionis kan behoorlijk groot worden (afb.<br />

8). Zuilen van 1 meter hoog bij een diameter<br />

Afb. 8: Een uit de kluiten gewassen G. saglionis<br />

ten zuidoosten van Famatina (provincie<br />

La Rioja). Foto: Ludwig Bercht<br />

van 50 cm zijn geen zeldzaamheid. Dat verklaart<br />

ook de Engelse benaming Giant Chin<br />

Cactus (reusachtige kincactus). Doordat dergelijke<br />

planten topzwaar zijn, kunnen ze omvallen<br />

en groeien vanuit die positie verder.<br />

Andere cactussen die op de groeilocaties<br />

kunnen voorkomen, zijn onder andere Echinopsis<br />

leucantha en Trichocereus terscheckii.<br />

Op de IUCN Red List of Endangered Species<br />

heeft G. saglionis de status ‘least concern’<br />

(minste bezorgdheid). De populaties zijn stabiel.<br />

Geïsoleerd van de genoemde vindplaatsen<br />

komt in de meest noordwestelijke provincie<br />

van Argentinië, Jujuy, bij de plaats Tilcara, op<br />

meer dan 2000 meter hoogte, een afwijkende<br />

vorm voor, met meer ribben en dichter<br />

bedoornd (afb. 9). Deze is in 1997 door vader<br />

en zoon Hans en Walter Till als subspecies<br />

van G. saglionis beschreven (G. saglionis<br />

subsp. tilcarense (Backeberg) Till & W. Till).<br />

Backeberg had hem in 1942 een apart geslacht<br />

toegedicht: Brachycalycium tilcarense.<br />

Brachycalycium betekent ‘met een korte<br />

bloembuis’. Dat is niet direct een bepalend<br />

onderscheid, want, zoals in het begin van dit<br />

artikel al is opgemerkt, G. saglionis heeft ook<br />

een korte bloembuis.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 247


Afb. 9: G. saglionis subsp. tilcarense bij Tilcara (provincie Jujuy).<br />

Foto: Andre van Zuijlen<br />

Taxonomie<br />

Uit bovenstaande blijkt dat de naam gymnocalycium<br />

niet meteen algemeen werd<br />

aanvaard. Eigenlijk pas sinds het werk van<br />

Britton & Rose ‘The Cactaceae’ (deel 3, 1922)<br />

wordt de geslachtsnaam door alle belangrijke<br />

auteurs aanvaard. Maar de bekende Nederlandse<br />

auteur G.D. Duursma gebruikte<br />

tot in de tweede druk van zijn boek ‘Onze<br />

cactussen’ uit 1929 ook nog steeds de geslachtsnaam<br />

Echinocactus. Pas in de derde<br />

druk uit 1935 is het Gymnocalycium. Overigens<br />

hadden Britton & Rose zonder enige<br />

toelichting de soortnaam veranderd in<br />

saglione in plaats van saglionis. Grammaticaal<br />

is dat fout, maar de naam is vele jaren<br />

zo gespeld. Tegenwoordig wordt de oorspronkelijke<br />

schrijfwijze weer gebruikt.<br />

Over de plaats van G. saglionis in het geslacht<br />

Gymnocalycium is door de deskundigen<br />

uitgebreid gediscussieerd. In 2012 kwamen<br />

Hans en Walter Till, samen met Franz<br />

Berger op basis van fylogenetische (= wat<br />

betreft evolutionaire afstamming), morfologische<br />

en geografische gegevens tot een<br />

nieuwe ordening waarin zes taxa van G. saglionis<br />

worden onderscheiden. Ze publiceerden<br />

hun bevindingen in het blad ‘Gymnocalycium’.<br />

In hun visie is G. saglionis de enige soort die<br />

overblijft in het ondergeslacht Microsemineum<br />

(= met kleine zaden), dat evolutionair<br />

gezien, de oudste gymno’s omvat. Voor<br />

de meeste andere gymno’s die voorheen in<br />

dit ondergeslacht waren ingedeeld (zoals G.<br />

monvillei, G. spegazzinii en G. castellanosii) is<br />

een nieuw ondergeslacht opgesteld, Scabrosemineum<br />

(= met ruwe zaden). Beide ondergeslachten<br />

zijn ongeveer even oud maar bij<br />

Scabrosemineum heeft de evolutie zich veel<br />

breder ontwikkeld dan bij Microsemineum.<br />

De soort G. saglionis is, zoals hierboven<br />

reeds opgemerkt, verdeeld in twee subspecies:<br />

G. saglionis subsp. saglionis en G. saglionis<br />

subsp. tilcarense.<br />

De eerstgenoemde subspecies is in de nieuwe<br />

indeling weer verder verdeeld in drie variëteiten<br />

met diverse vormen. Dat levert in<br />

totaal de volgende zes taxa op:<br />

• G. saglionis subsp. saglionis var. saglionis<br />

• G. saglionis subsp. saglionis var. minus<br />

248<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Afb. 10: Gymocalycium saglionis var. minus LB 4767 bij Cabra Corral (provincie Salta).<br />

Foto: Ludwig Bercht<br />

• G. saglionis subsp. saglionis var. australe<br />

fa. australe<br />

• G. saglionis subsp. saglionis var. australe<br />

fa. columnare<br />

• G. saglionis subsp. saglionis var. australe<br />

fa. splendens<br />

• G. saglionis subsp. tilcarense<br />

De variëteit minus blijft (afb. 10), zoals de<br />

naam al zegt, kleiner dan de var. saglionis.<br />

Volgens Till c.s. overschrijden ze, zelfs onder<br />

gunstige cultuuromstandigheden, zelden<br />

“de dubbele grootte van een vuist”. De groeiplaats<br />

is in de provincie Salta (La Viña, Las<br />

Curtiembres).<br />

De variëteit australe (= uit het zuiden) komt<br />

voor in de meer naar het zuiden gelegen<br />

provincies Catamarca en La Rioja. Het doornenkleed<br />

van deze bolvormige of afgeplatte<br />

variëteit is wat dichter dan bij de var. saglionis;<br />

er kunnen meerdere middendoorns<br />

zijn en de ballonvormige vruchten zijn doorgaans<br />

breder dan hoog.<br />

De vorm columnare groeit zuilvormig tot wel<br />

90 cm hoog. Een populatie van deze vorm is<br />

in 1987 door de auteurs van het artikel gevonden<br />

ten zuiden van Villa Sanagasta. Zij<br />

zien deze vorm als een overblijfsel uit het<br />

verleden. De planten lijken sterk op G. saglionis<br />

subsp. tilcarense. De groeiplaats is inmiddels<br />

ten prooi gevallen aan landontwikkeling.<br />

Ze hebben de planten later niet meer<br />

teruggevonden.<br />

De forma splendens (afb.11) tenslotte onderscheidt<br />

zich van de beide andere vormen<br />

door glasachtige, transparante tot ivoorkleurige<br />

bedoorning. De bloemen zijn roze. Deze<br />

vorm komt voor ten noordwesten van de<br />

stad La Rioja in spleten van grote granietplaten.<br />

‘Handelsnamen’<br />

Er circuleert in de handel nog een handvol<br />

andere namen. Het gaat daarbij steeds<br />

om niet of ongeldig beschreven vormen.<br />

Exemplaren met een enigszins rode bedoorning<br />

worden wel verhandeld als fa. rubrispinum<br />

(ooit door Backeberg als variëteit<br />

genoemd). Andere vormen worden<br />

wel aangeduid als fa. roseispinum (rozerode<br />

doorns), fa. flavispinum (gele doorns), fa,<br />

nigrispinum (zwarte doorns), fa. albispinum<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 249


Afb. 11: Gymnocalycium saglionis var. australe fa. splendens bij Sanagasta (provincie<br />

La Rioja).<br />

Foto: Andre van Zuijlen<br />

(witte doorns), en fa. longispinum (met lange<br />

doorns).<br />

Zoals bij heel veel cactussen zijn er ook bonte<br />

vormen en cristaten bekend. Onder de<br />

naam G. saglionis ‘New World Crown Brocade’<br />

is een bonte cristaatvorm in omloop.<br />

Cultuur<br />

Over de cultuur is niet zo veel te melden.<br />

Standaardsubstraat en standaard gieten zou<br />

ik zeggen. Hoewel de planten erg groot kunnen<br />

worden, is de groei bepaald langzaam<br />

te noemen. Over de bloeiwilligheid wordt<br />

veel geklaagd. Vast staat dat de plant al wel<br />

een zekere omvang moet hebben voor deze<br />

bloeirijp is. Vanaf dat moment is het een<br />

trouwe bloeier.<br />

Van Ludwig Bercht vernam ik dat je het stuifmeel<br />

van G. saglionis kunt gebruiken om andere<br />

gymno’s mee te bestuiven. Dat levert<br />

vreemd genoeg wel zaden, maar geen kruisingen<br />

op. Kennelijk heft het soortvreemde<br />

stuifmeel op de een of andere manier de<br />

blokkade op zelfbestuiving bij andere gymno’s<br />

op.<br />

Literatuur<br />

Bercht, L. (2009). Het geslacht Gymnocalycium<br />

IV, <strong>Succulenta</strong> 88: 218.<br />

Britton, N.L. & Rose, J.N. (1922). The Cactaceae<br />

vol. 3: 152, 157.<br />

Cels, J. (1847). Description de quelques cactées<br />

nouvelles, Portefeuille des Horticulteurs<br />

1: 180.<br />

Labouret, J. (1853). Monographie de la famille<br />

des cactées: 257.<br />

Pfeiffer, L. (1845). Abbildung und Beschreibung<br />

blühender Cacteen 2: 1.<br />

Salm-Dyck, J. de (1850). Cacteae in Horto<br />

Dyckensi Cultae Anno 1849: 167.<br />

Schumann, K. (1902). Echinocactus saglionis,<br />

Monatsschrift für Kakteenkunde 12: 26.<br />

Till, H. & Till, W. (1997). Gymnocalycium saglionis:<br />

Verbreitung, Variabilität und Nomenklatur<br />

einer „gut“ bekannten Art, Gymnocalycium<br />

10 (1): 203 – 208 en 10 (2): 209<br />

- 216.<br />

Till, H., Till, W. & Berger, F. (2012). Gymnocalycium<br />

saglionis, Gymnocalycium 25 (2):<br />

1023 – 1034.<br />

Maasdijk 11, 6629 KD Appeltern<br />

th.heijnsdijk@gmail.com<br />

250<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Voor het voetlicht 112<br />

Bertus Spee<br />

Agave bracteosa<br />

Agave bracteosa is is een aparte agave die van<br />

oorsprong van oorsprong groeit groeit op de op steile de steile hellingen hellingen van<br />

de van Huasteca de Huasteca Canyon, Canyon, in de in deelstaat deelstaat Nue-<br />

Nuevo León, León, in Mexico. in Mexico. De planten De planten worden worden<br />

maximaal 50 cm in diameter. De aarvormige<br />

bloeiwijze kan tot een meter hoog worden.<br />

In cultuur bloeien ze echter zelden. Na<br />

de bloei sterft de plant af. Soms worden zijscheuten<br />

gevormd; deze kunnen dan weer<br />

verder opgekweekt worden. Ze zijn ook prima<br />

uit zaad te vermeerderen.<br />

We planten deze agaves in een grof doorlatend<br />

en en kalkrijk substraat en en geven tijdens tij-<br />

doorladens<br />

groeiperiode groeiperiode regelmatig regelmatig flink water. flink water. Ze<br />

Ze kunnen ook ook goed goed buiten buiten op op een een zonnige plaats worden gekweekt. Tijdens de winterrust<br />

houden plaats worden we ze droog gekweekt. bij een Tijdens minimumtemperatuur de winterrust<br />

houden we ze droog bij een minimum-<br />

van 10 °C.<br />

Aloe temperatuur dichotoma van 10 °C.<br />

Aloe dichotoma is een decoratieve succulent,<br />

die voorkomt in Zuid-Afrika en Namibië. De<br />

planten Aloe dichotoma zijn hier bekend als de kokerboom.<br />

Ze Aloe groeien dichotoma vaak is op steenachtige decoratieve hellingen, succulent,<br />

in die gebieden voorkomt met in Zuid-Afrika winterregens. en Namibië. Ze bloeien De<br />

vanuit planten de zijn kop hier van bekend de plant. als Na de de kokerboom. bloei deelt<br />

het Ze groeien groeipunt vaak zich op en steenachtige vormt telkens hellingen, twee zijtakken,<br />

gebieden met zogenaamde winterregens. dichotome Ze bloeien deling. van-<br />

in<br />

De uit de planten kop van kunnen de plant. erg oud Na worden bloei deelt en het<br />

groeien groeipunt daarbij zich en uit vormt tot flinke telkens bomen twee die zijtakken,<br />

de dan zogenaamde zeven meter dichotome hoog kunnen deling. wor-<br />

meer<br />

den. De planten De opvallende, kunnen erg verhoutende oud worden stam en kan<br />

wel groeien een daarbij meter in uit doorsnede tot flinke bomen worden. die Samen meer<br />

met dan zeven nog enkele meter andere hoog kunnen soorten worden. is deze aloë De<br />

in opvallende, 2013, basis verhoutende van fylogenetische stam kan wel studies, een<br />

geplaatst meter in doorsnede in het nieuw worden. gevormde Samen geslacht met nog<br />

Aloidendron.<br />

enkele andere soorten is deze aloë in 2013,<br />

Vermeerderen op basis van fylogenetische gaat goed uit studies, zaad. Ook ge-stekkeplaatst in van het de nieuw stengels gevormde af als de geslacht plant aan Aloi-<br />

de groei is. Na enkele weken drogen kunnen de<br />

is mogelijk. Hiertoe snijden we 20 cm lange<br />

toppen<br />

stekken dendron. op vochtig brekerszand of bims beworteld worden.<br />

We Vermeerderen planten Aloe gaat dichotoma goed uit in zaad. een mineraalrijk Ook stekken<br />

is matig mogelijk. water. Hiertoe Tijdens snijden winterrust we 20 cm houden we deze soort zo goed als droog bij een mi-<br />

doorlatend substraat en geven tijdens de<br />

groei<br />

nimumtemperatuur lange toppen van de van stengels 10 °C. af als de plant<br />

aan de groei is. Na enkele weken drogen<br />

kunnen de stekken op vochtig brekerszand<br />

251 <strong>Succulenta</strong> jaargang 99( 6) <strong>2020</strong> <strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) 251<br />

<strong>2020</strong>


of bims Soehrensia beworteld worden. bruchii<br />

We planten Soehrensia Aloe dichotoma bruchii wordt in een tegenwoordig mineraalrijk ook<br />

doorlatend onder substraat het geslacht en geven Echinopsis tijdens gerangschikt;<br />

de groei matig<br />

water. om Tijdens het nog de gekker winterrust maken houden als subspecies we deze<br />

soort zo van goed E. formosa. als droog Het bij groeigebied een minimumtemperatuur<br />

van sia 10 bruchii °C. vinden we in het noordwesten van<br />

van Soehren-<br />

Argentinië op de uitlopers van het Andesgebergte.<br />

dendroideum Deze cactussen komen voor tot bo-<br />

Sedum<br />

Sedum ven dendroideum 3000 meter. behoort We tot vinden groep ze hier sedums op vrij<br />

met verhoutende vochtige en stammen. grasachtige De oosthellingen, planten komen die voor regelmatig<br />

van in Mexico, de wolken o.a. liggen. in Puebla Ze kunnen Oaxaca, wel<br />

in het zuiden<br />

en groeien 70 cm vaak in diameter in wegbermen. worden. Ze De vormen bloeitijd rijk is vertakkende<br />

het struikjes, voorjaar; die de wel grote 60 rode cm hoog bloemen en een verschij-<br />

meter<br />

in<br />

in doorsnee nen op kunnen de koppen worden. van De de bloeiaren planten. verschijnen<br />

vroeg Vermeerderen in het voorjaar kan met goed helgele door te bloemen. zaaien.<br />

De planten spruiten zelden, alleen als de kop In cultuur en het planten groeipunt we beschadigd ze in een mineraalrijk zijn. We planten grondmengsel<br />

met met ook ook wat wat klei humus. en We en geven om met de tus-<br />

twee<br />

Soehrensia bruchii in een doorlatend substraat<br />

senpozen een flinke scheut water. Gedurende weken de flink winterrust water. Een houden zonnige we deze plaats soort is aan goed te bevelen.<br />

tot net boven het vriespunt verdragen.<br />

droog. De planten kunnen dan lage temperaturen<br />

Vermeerderen kan door zaaien en/of stengelstekken.<br />

Ook Sedum door bladstekken, dendroideumaar dit duurt wat langer.<br />

Sedum dendroideum behoort tot de groep sedums<br />

kunnen met verhoutende ze prima buiten stammen. gekweekt De plan-<br />

wor-<br />

In de zomer<br />

den. In ten de winter komen houden voor in we het ze zuiden droog van bij Mexico, een minimumtemperatuur<br />

o.a. in Puebla van en 10 Oaxaca, °C. en groeien vaak<br />

in wegbermen. Ze vormen rijk vertakkende<br />

Soehrensia struikjes, bruchii die wel 60 cm hoog en een meter in<br />

Soehrensia doorsnee bruchii kunnen wordt worden. tegenwoordig De bloeiaren ook onder verschijnen<br />

Echinopsis vroeg gerangschikt; het voorjaar met om het helgele nog<br />

het geslacht<br />

gekker bloemen. te maken als subspecies van E. formosa. Het<br />

groeigebied In cultuur van Soehrensia planten we bruchii ze in een vinden mineraalrijk we het<br />

noordwesten grondmengsel van Argentinië met ook op wat de humus. uitlopers We van geven<br />

om de Deze twee cactussen weken flink komen water. voor Een tot zonni-<br />

bo-<br />

het<br />

Andesgebergte.<br />

ven de ge 3000 plaats meter. is aan We te vinden bevelen. ze hier op vrij vochtige<br />

en Vermeerderen grasachtige oosthellingen, kan door zaaien die regelmatig en/of stengelstekken.<br />

liggen. Ze Ook kunnen door bladstekken, wel 70 cm in diameter maar dit<br />

in<br />

de wolken<br />

worden. duurt De bloeitijd wat langer. is in het voorjaar; de grote rode<br />

bloemen In verschijnen de zomer kunnen op de ze koppen prima van buiten de planten. gekweekt<br />

worden. kan goed door te zaaien. De plan-<br />

Vermeerderen<br />

ten spruiten In de winter zelden, houden alleen als we de ze kop droog en bij het een groeipunt<br />

beschadigd minimumtemperatuur zijn. We planten van Soehrensia 10 °C. bruchii<br />

in een doorlatend substraat met ook wat klei en humus<br />

en geven met tussenpozen een flinke scheut<br />

water. Gedurende de winterrust houden we deze<br />

soort goed droog. De planten kunnen dan lage temperaturen<br />

tot net boven het vriespunt verdragen.<br />

Diepeneestraat 4<br />

4454 BJ Borssele<br />

252<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


De donkere dagen: tijd om vooruit te<br />

blikken naar het volgende seizoen<br />

Peter Knippels<br />

Dit is de tijd van het jaar om vooruit te blikken naar het volgende jaar: wat ga ik zaaien,<br />

naar welke beurzen of open kasdagen wil ik, wat wordt de bestemming van de vakantie?<br />

Voordat ik ga optreden als reisadviseur, wil ik eerst stilstaan bij wat mij bezighoudt in de<br />

kas en op de vensterbanken.<br />

De planten zijn in rust. Ik niet! Ik heb last<br />

van stress. Gaat het wel goed in mijn<br />

kasje?<br />

Ik schreef eerder dat een groot deel van<br />

mijn collectie in het najaar van 2019 in de<br />

kas was blijven staan. Ik had langs de gevels<br />

noppenfolie aangebracht en de elektrische<br />

kachel stond klaar om aan te zetten tijdens<br />

koude nachten. Toen het in november 2019<br />

tijdens een paar nachten ging vriezen, legde<br />

ik als extra maatregel noppenfolie over<br />

Afb. 1: Stammetje van Euphorbia knuthii met<br />

beschadigde kop van een scheut, met<br />

schimmelsymptomen.<br />

de kratten op de tabletten. Alle planten bleven<br />

goed, op één na: Euphorbia knuthii. De<br />

toppen van een paar stammetjes vertoonden<br />

vorstschade, ze werden zacht en spoedig<br />

waren er schimmelsymptomen te zien<br />

op de beschadigde delen. Ik was verrast dit<br />

te zien bij E. knuthii. In ‘The Encyclopedia of<br />

Succulents’ op www.llifle.com las ik namelijk<br />

het volgende: ‘It tolerates any conditions<br />

(it is practically indestructible), surviving extended<br />

neglect and relatively low light. Some<br />

cold tolerance. This spurge has tolerated<br />

temperatures down to –6 o C and even a little<br />

snow.’ (Deze plant verdraagt alle omstandigheden<br />

(is praktisch onverwoestbaar) en<br />

overleeft langdurige verwaarlozing en relatief<br />

weinig licht. Kent enige koudetolerantie.<br />

Deze plant heeft temperaturen tot –6 °C en<br />

zelfs wat sneeuw verdragen). Mijn plant had<br />

deze tekst blijkbaar niet gelezen. Om verdere<br />

schade te voorkomen, verhuisde de plant<br />

naar binnen.<br />

Nat en niet koud buiten: let op voor<br />

schimmelvorming<br />

Rond 22 <strong>december</strong> 2019 was het druilerig<br />

weer: bewolkt, veel regen bij 7 - 10 o C. In<br />

de kas was de luchtvochtigheid opgelopen<br />

tot tegen de 100%. Het rook er erg muf en<br />

klam. Niet echt wat je wilt. Ik zag op 22 <strong>december</strong>,<br />

een sombere en natte dag, schimmelvorming<br />

op de bloeiwijzen van mijn<br />

haemanthussen. Om verdere vocht- en<br />

schimmelvorming te voorkomen, had ik de<br />

tijdschakelaar van mijn heater zo ingesteld<br />

dat deze een paar keer overdag een half uur<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 253


Afb. 2: Een impressie van de succulentencollectie in het Wüstenhaus van Schloss Schönbrunn.<br />

aanging. Met deze methode verwarmde ik<br />

alleen de lucht, de muffe lucht raakte ik zo<br />

niet kwijt. Het was buiten 9 o C, dus heb ik<br />

het raam in de nok op een kier gezet, om de<br />

lucht te verversen. Dat heeft geholpen. Niet<br />

voor alle planten. Ik zag een paar dagen later<br />

dat enkele euphorbia’s ten prooi waren<br />

gevallen aan schimmels. Helemaal ingezakt,<br />

niets meer van over. Balen!<br />

Groene perzikluizen!<br />

Een deel van de caudexplanten had ik in november<br />

2019 op zolder gezet, waar ze op<br />

een lichte plek bij 12 - 15 o C stonden. Bij een<br />

van de wekelijkse controlerondes zag ik op<br />

de nog groene bladeren en op stammetjes<br />

van de baobabs luizen: groene perzikluizen<br />

(Myzus persicae). Het waren er niet veel en<br />

het volstond om ze met de hand weg te halen.<br />

Ik heb eerder al geschreven dat ik op twee<br />

momenten baobabs had gezaaid: in april<br />

en in juli 2019. De in april gezaaide planten<br />

stonden vanaf begin november 2019 bijna<br />

helemaal droog. Ze kregen om de maand<br />

een scheutje water om te voorkomen dat<br />

ze helemaal indroogden. Bij een aantal zag<br />

ik namelijk dat de stammetjes waren verdroogd.<br />

De in juli gezaaide planten waren<br />

nog klein en in mijn ogen te klein om ze<br />

droog te houden. Dus gaf ik ze om de twee<br />

weken een scheut water. Voor een aantal<br />

was het onvoldoende; ze verdroogden.<br />

Eind <strong>december</strong> 2019 zag ik bij mijn controleronde<br />

dat bij de in april 2019 gezaaide<br />

Adansonia rubrostipa en A. madagascariensis<br />

een aantal planten nog volop in blad stond,<br />

bij andere planten waren de bladeren verdroogd<br />

en afgevallen en waren de uiteinden<br />

van de stammetjes verdroogd. De onderste<br />

helft van de baobabs voelde stevig aan.<br />

Op de vensterbank<br />

De euphorbia’s, monadeniums en caudexplanten<br />

op de vensterbank deden het goed;<br />

ze bleven stevig en er waren geen afster-<br />

254<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Afb. 3: Deel van de buiten uitgeplante succulentencollectie in de Botanische Tuin van de<br />

Universiteit van Wenen.<br />

vende delen. De planten, uitgezonderd de<br />

monadeniums, kregen geen water. De verwarming<br />

in de kamer stond aan, met als<br />

resultaat dat het in de kamer zelf ruim boven<br />

de 20 o C was. Ik had een thermometer in<br />

de vensterbank staan. In de kamer was het<br />

warm, maar op de vensterbank op nog geen<br />

10 cm van het raam was het maximaal 17 o C.<br />

Als de verwarming uit was, zakte de temperatuur<br />

op de vensterbank naar 13-14 o C. Dit<br />

laatste vond ik voldoende hoog.<br />

Mijn melocactussen staan ook op deze vensterbank,<br />

nog steeds in de zaaipotjes. Op basis<br />

van wat ik in de literatuur over het kweken<br />

van deze warmteminnende cactussen<br />

had gelezen, kregen de planten om de drie<br />

weken wat water. De melocactusdeskundige<br />

Geert Eerkens had jaren geleden in <strong>Succulenta</strong><br />

geschreven dat als je volwassen melocactussen<br />

geen water geeft in de rustperiode,<br />

ze dan indrogen en in het volgende<br />

groeiseizoen moeilijk aan de groei gaan.<br />

Voorbereiden op het nieuwe seizoen:<br />

zaden bestellen<br />

Wat ga ik volgend jaar zaaien? Dat vind ik<br />

een van de leukste vragen van de hobby om<br />

mee aan de slag te gaan. Daar hoort dan<br />

ook bij, waar kan ik de zaden bestellen? Het<br />

uitzoeken van wat ik wil zaaien valt in twee<br />

delen uiteen: de categorie ‘leuk om eens<br />

te proberen’ en de categorie ‘dat wil ik zeker<br />

zaaien’. Ik koop natuurlijk zaden bij het<br />

Clichéfonds van <strong>Succulenta</strong>. Daarnaast koop<br />

ik zaden bij een aantal liefhebbers, internationale<br />

verenigingen en aanbieders. Zo koop<br />

ik ook zaden bij de Alpine Garden Society en<br />

de Royal Horticultural Society. Ik heb goede<br />

ervaringen met ‘Silverhill Seeds’ in Kaapstad<br />

en ‘Rareplants’ op Tenerife. Ze bieden zaden<br />

van een grote diversiteit aan planten te<br />

koop aan, tegen redelijke prijzen. Zaden verkrijgen<br />

kan natuurlijk ook dichter bij huis. Ik<br />

weet uit ervaring dat je ook aan zaden kunt<br />

komen via de afdelingen van <strong>Succulenta</strong> of<br />

van de afdelingsleden.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 255


Vakantietip: aanraders botanische<br />

tuinen in Europa met succulenten<br />

Ik vind het leuk om in plaatsen die we<br />

bezoeken naar de lokale botanische<br />

tuinen te gaan. Niet alleen voor de<br />

succulentencollecties. Hierbij enkele<br />

tips voor vakantie of stedentrip.<br />

De hoofdstad van Oostenrijk, Wenen,<br />

herbergt twee mooie succulentencollecties.<br />

De eerste is die in het<br />

Wüstenhaus in de paleistuinen van<br />

Schloss Schönbrunn. Vlak bij de dierentuin<br />

en de palmenkas vind je hier<br />

in het park het Wüstenhaus, oftewel<br />

het woestijnhuis. Het Wüstenhaus is<br />

in 2003 geopend. Het geheel ziet er<br />

uit als een kassencomplex. Je volgt in<br />

het gebouw een pad dat je leidt langs<br />

woestijndieren en nagemaakte landschappen<br />

die doen denken aan Midden-Amerika,<br />

Afrika of Madagaskar. Er<br />

staan zowel cactussen als vetplanten.<br />

De tweede succulentencollectie vind<br />

je in de botanische tuin van de Universiteit<br />

van Wenen. Deze tuin ligt<br />

naast Schloss Belvedere. De botanische<br />

tuin is gesticht in 1754. We bezochten<br />

de tuin half september 2018.<br />

Op dat moment stond de gehele succulentencollectie<br />

buiten. Ik weet niet<br />

of de planten in de volle grond stonden<br />

of met pot en al waren ingegraven.<br />

De planten waren min of meer<br />

naar herkomstgebied c.q. werelddeel<br />

neergezet. Ik vond het een mooie collectie<br />

met mooie planten. Er bloeiden<br />

nog verschillende cactussen en vetplanten.<br />

Beide collecties in Wenen zijn<br />

de moeite waard om te bezoeken.<br />

Afb. 4: Succulentencollectie in de Botanischer<br />

Garten und Botanisches<br />

Museum Berlin.<br />

Afb. 5: De succulentencollectie in het<br />

Princess of Wales Conservatory<br />

in Royal Botanical Gardens Kew.<br />

Afb. 6: Doorkijkje tuin met alpine planten<br />

met op de achtergrond het<br />

Davies Alpine House in de Royal<br />

Botanical Gardens, Kew.<br />

256<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Afb. 7: Het Davies Alpine House van binnen.<br />

Het kassendoolhof in Berlijn<br />

Buiten het hectische centrum van Berlijn<br />

ligt de Botanischer Garten und Botanisches<br />

Museum Berlin. Het is vanuit het centrum<br />

goed te bereiken met het openbaar vervoer.<br />

De botanische tuin bezit een kassencomplex,<br />

met een grote en enkele kleinere<br />

kassen. Deze kassen zijn allemaal met elkaar<br />

verbonden en je loopt van de ene door<br />

in de andere. In het Duits worden de kassen<br />

Haus genoemd. Er is een Haus met Afrikaanse<br />

succulenten, een met cactussen en een<br />

met Zuid-Afrikaanse planten. Zoals gezegd<br />

je loopt van het ene Haus door in het andere<br />

Haus. Dat vind ik een nadeel. Je kunt niet<br />

van het ene deel makkelijk naar een andere.<br />

Je moet doorlopen totdat je de gewenste<br />

sectie hebt gevonden. Een echt doolhof!<br />

Kew Gardens: een aanrader<br />

In het zuidwesten van Londen ligt in het<br />

plaatsje Richmond upon Thames de Royal<br />

Botanic Gardens, Kew. De tuin is alleen al de<br />

moeite waard om de hectiek van Londen (tijdelijk)<br />

te ontvluchten. De botanische tuin beslaat<br />

een oppervlakte van 132 hectare en<br />

omvat meerdere tuinen, een park en enkele<br />

kassencomplexen. Een van de modernere<br />

kassencomplexen is het Princess of Wales<br />

Conservatory uit 1987. Je vindt hier verschillende<br />

klimaatzones met bijbehorende vegetatie:<br />

bromelia’s, vleesetende planten, orchideeën<br />

en cactussen en vetplanten. Naast<br />

het Princess of Wales Conservatory ligt de<br />

tuin met alpiene planten en het Davies Alpine<br />

House. Stuk voor stuk aanraders!<br />

Foto’s van de schrijver<br />

info@bloembol.info<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 257


Mammillaria pennispinosa<br />

Henk Viscaal<br />

Tijdens twee van mijn snoepreisjes naar Andreas Wessner in Duitsland heb ik een aantal<br />

planten meegenomen. Daaronder was beide keren een Mammillaria pennispinosa.<br />

Ik nam de planten vooral mee omdat ze mooi bedoornd zijn en die bedoorning zo dicht<br />

is dat er van het plantenlichaam bijna niets te zien is.<br />

Van de twee exemplaren van Mammillaria<br />

pennispinosa heeft het ene de hele winter in<br />

de kas gestaan, terwijl de andere plant op<br />

de vensterbank in mijn studeerkamer heeft<br />

doorgebracht. Bij controle van de plant in<br />

huis ontdekte ik knoppen en een reeds geopende<br />

bloem. Door het mooie weer kon ik<br />

haar nu ongestraft in de kas zetten en dankzij<br />

de zon van de afgelopen week – ik schrijf<br />

dit midden april van dit jaar – kon ik binnen<br />

korte tijd vier bloemen begroeten. En nog<br />

steeds staat de plant te bloeien.<br />

Het exemplaar dat de winter in de kas heeft<br />

doorgebracht, vertoont nu tekenen van le-<br />

ven en zowaar zijn tussen de dichte bedoorning<br />

de eerste knoppen te bewonderen.<br />

Ik ben geweldig blij met dit resultaat,<br />

want in de loop der tijden heb ik al aardig<br />

wat planten van deze soort verspeeld. Of<br />

het nu komt door de zachte winter, de bims<br />

of welke reden dan ook kan mij eigenlijk<br />

niet schelen. Belangrijk is: hij doet het en hij<br />

bloeit nog ook. Planten van deze soort heb<br />

ik ooit op de natuurlijke vindplaats mogen<br />

vinden en wanneer je dan dit succes hebt,<br />

geeft dat een extra gevoel van tevredenheid.<br />

Nu maar hopen dat ik dit jaar de planten op<br />

de juiste manier verzorg (met liefde verwaar-<br />

Afb. 1: Mammillaria pennispinosa in bloei.<br />

258<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Afb. 2: Donker bedoornde vorm.<br />

Afb. 3: Detail van de donker bedoornde vorm.<br />

lozen) om volgend jaar weer met volle teugen<br />

van mooie bloeiende planten te kunnen<br />

genieten. Wat vroeger moeilijk lukte, is de<br />

planten mooi compact te houden. Sinds ik<br />

ertoe overgegaan ben bims als substraat te<br />

gebruiken, lukt dat vrij aardig. Al mijn planten<br />

zijn momenteel zeer compact en hebben<br />

een schitterende bedoorning. Het voordeel<br />

van deze compacte planten is: de planten<br />

blijven binnen de perken en hoeven niet<br />

steeds te worden verpot.<br />

Om terug te komen op mijn Mammillaria<br />

pennispinosa: opvallend zijn de geveerde<br />

randdoorns die de plant zijn zo karakteristieke<br />

uiterlijk geven. Er is een langere haakvormige<br />

middendoorn. Oudere planten kunnen<br />

uitlopers krijgen en op die manier clusters<br />

vormen, maar dat zal ik wel nooit meer meemaken.<br />

De witte bloemen hebben een roze<br />

middenstreep op de bloembladen en kunnen<br />

tot 1,5 cm groot worden.<br />

Als vindplaats worden Coahuila en Durango<br />

in Mexico gegeven. Het is een bedreigde<br />

soort. Zelf heb ik de planten aan de Mex-30<br />

tussen Bermejillo en Mapimí gevonden.<br />

Hwviscaal@gmail.com<br />

Afb. 4: Lichter bedoornde vorm.<br />

Afb. 5: Detail van de lichter bedoornde vorm.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 259


Ervaringen met het zaaien en verzorgen<br />

van cactussen<br />

Bert de Keijzer<br />

De natuur is, als het om leven gaat, uiterst<br />

rechtlijnig. Als je sterk genoeg bent, mag je<br />

volwassen worden, je voortplanten en jouw<br />

eigenschappen doorgeven aan volgende generaties.<br />

Ben je niet sterk genoeg, dan doe<br />

je verder niet meer mee. Deze natuurlijke<br />

selectie geldt uiteraard ook voor succulenten.<br />

De evolutie van vele eeuwen heeft de eigenschappen<br />

van succulenten zodanig ‘geprogrammeerd’<br />

dat ze optimaal uitgerust<br />

zijn voor een leven in hun natuurlijke omgeving.<br />

Het is bijna onvoorstelbaar dat al die<br />

eigenschappen binnen een zaadje, hoe klein<br />

ook, zijn vastgelegd.<br />

Voor mijn hobby haal ik planten uit hun natuurlijke<br />

omgeving om ze hier te kweken<br />

en te verzorgen. Daaruit volgt voor mij per-<br />

soonlijk de taak om dan ook een omgeving<br />

te creëren die hun natuurlijke groeiplaats zo<br />

goed mogelijk benadert. Een hele uitdaging<br />

in ons Nederlandse klimaat. Die uitdaging<br />

ga ik graag aan. Ik ben van nature een onderzoeker<br />

en voor mij ligt hierin de kern van<br />

mijn hobby. Als ik een hobby zou hebben die<br />

bestaat uit het routinematig uitvoeren van<br />

handelingen, zou ik er vermoedelijk snel op<br />

uitgekeken zijn.<br />

Dit artikel gaat over mijn zoektocht. Ik vergelijk<br />

mijn huidige werkwijze met mijn beeld<br />

van de natuurlijke omgeving. In dit kader<br />

heb ik in 2008 mogen deelnemen aan een<br />

door Wim Alsemgeest en Bertus Spee georganiseerde<br />

reis door Noord-Mexico en heb<br />

daar de ruige natuur aan den lijve mogen<br />

ondervinden. Een uiterst mooie ervaring. Ik<br />

heb daar van dichtbij kunnen ervaren hoe<br />

het er in de natuur aan toegaat.<br />

Ik hoor, zie en lees dingen die ik (vaak onbewust)<br />

combineer. Dan ontstaat zo nu en<br />

dan een idee. Dat idee toets ik op een logisch<br />

verband met de omstandigheden en<br />

gebeurtenissen in de natuur die bijdragen<br />

aan goede resultaten aldaar. Als dat er is, ga<br />

ik bedenken of en hoe ik dit idee kan realiseren.<br />

Ik wil in dit verhaal geen kant-en-klare oplossingen<br />

bieden. Mijn keuzes zijn gebaseerd<br />

op mijn persoonlijke kijk op mijn hobby en<br />

alles wat ik daar zelf leuk in vind. Dat zal<br />

voor iedereen anders zijn. Ik hoop met het<br />

beschrijven van mijn keuzes en hoe ik daartoe<br />

ben gekomen, lezers te inspireren. Mogelijk<br />

ontstaan er leuke ideeën voor hun persoonlijke<br />

beleving van de hobby.<br />

Afb. 1: Mooie plant in mijn kas.<br />

Voor ik over mijn zoektocht naar een (voor<br />

260<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


mij) optimale aanpak voor het zaaien begin,<br />

lijkt het mij relevant eerst mijn motivatie<br />

te beschrijven om mijn planten voortaan<br />

in gesteente te laten groeien. Deze overstap<br />

heeft er toe geleid dat ik nu experimenteer<br />

met het zaaien op bims.<br />

Grondmengsel<br />

De natuurlijke groeiplaatsen van de planten<br />

uit mijn verzameling liggen verspreid over<br />

Noord- en Zuid-Amerika. Wanneer ik elke<br />

plant zoveel mogelijk zijn natuurlijke omgeving<br />

wil bieden, heb ik voor wat betreft het<br />

grondmengsel een fikse uitdaging. De bodemgesteldheid<br />

over zo’n groot geografisch<br />

gebied zal grote verschillen vertonen. Een<br />

optimaal grondmengsel, al is het maar per<br />

geslacht, lijkt een onmogelijke opgave en<br />

moet ik loslaten. Wat ik maximaal kan bieden,<br />

is een optimaal compromis. Gelukkig<br />

blijken cactussen erg tolerant als het gaat<br />

om hun bodemgesteldheid. Al mijn planten<br />

stonden jaren in potjes met dezelfde doorlatende<br />

zwarte grond. Zwarte grond is echter<br />

niet het eerste waar ik aan denk als ik mij<br />

een voorstelling maak van de gemiddelde<br />

bodemgesteldheid in de natuurlijke omgeving<br />

van cactussen. Desondanks floreerden<br />

ze best redelijk.<br />

Ik denk tot een beter compromis te kunnen<br />

komen. In een artikeltje van de NRV (Nederlandse<br />

Rotsplanten Vereniging) las ik dat<br />

rotsplanten een symbiose aangaan met gesteente.<br />

Ik zie cactussen ook als rotsplanten.<br />

Mede hierom schat ik in dat gesteente<br />

een hoofdrol moet spelen in het compromis<br />

waarnaar ik op zoek ben. Daarom ben<br />

ik steeds meer gesteente aan de grond gaan<br />

toevoegen. (De stap van zwarte grond naar<br />

alleen gesteente was op dat moment voor<br />

mij nog te groot.) Bij het verpotten hergebruikte<br />

ik de oude grond (om het gesteente<br />

niet weg te hoeven gooien) en vulde dat aan<br />

met zwarte grond en gesteente dat voorhanden<br />

was (tufsteen, bims, lavagruis). Verbetering<br />

bleef uit. Sterker nog, vooral mijn<br />

neochilenia’s groeiden slecht en kregen verbrandingsverschijnselen.<br />

Op een gegeven moment las ik ergens in<br />

een artikel dat zeer fijn stof verstikkend<br />

werkt bij opgepotte planten. Dit was voor<br />

mij de ‘eyeopener’. Nu begrijp ik wat er fout<br />

ging. Bij hergebruiken van de oude grond<br />

met gesteente bleef er verteerde humus als<br />

fijn stof achter.<br />

Ik heb er toen voor gekozen om mijn grond<br />

wel te blijven hergebruiken. Maar voor ik dat<br />

doe, zeef ik eerst het stof eruit. Het overgebleven<br />

gesteente wordt eventueel aangevuld<br />

met bims of lavagruis voor ik er weer<br />

planten in zet. Zo verkrijg ik een grondmengsel<br />

dat bestaat uit verschillende gesteentes.<br />

Misschien is dat zo gek nog niet. Als planten<br />

een symbiose aangaan met gesteente, zullen<br />

ze het ene gesteente ‘lekkerder’ vinden<br />

dan het andere, lijkt me. Ik hoop, door het<br />

aanbieden van een gemengd gesteente, de<br />

planten een ‘buffet’ aan te bieden waar ze<br />

zelf kunnen kiezen welk gesteente de voorkeur<br />

heeft.<br />

In februari heb ik de laatste planten overgezet<br />

in het gesteente. Nu, half april <strong>2020</strong>,<br />

zie ik vrijwel alleen maar prachtige planten<br />

met krachtige groeipunten in mijn kas staan.<br />

Deze mooie groeipunten geven me minstens<br />

zoveel plezier als mooie bloemen. Het ziet er<br />

hoopgevend uit. Of ik nog ideeën krijg voor<br />

verdere optimalisatie? De tijd zal het leren.<br />

Zaaien voorheen<br />

Tot twee jaar geleden zaaide ik net als de<br />

meeste hobbyisten in mijn omgeving. Ik had<br />

een zaaibak gemaakt met daarin een met<br />

thermostaat geregelde bodemverwarming.<br />

Hierin plaatste ik potjes van 6,5 cm, gevuld<br />

met gezeefde en gestoomde zwarte grond.<br />

In deze potjes zaaide ik maximaal twee soorten,<br />

liefst van hetzelfde geslacht. Hierop ging<br />

een dun laagje aquariumgrind. De potjes liet<br />

ik volzuigen met regenwater en plaatste ze<br />

in de bak onder glas. De bak ging naar zolder<br />

op een tafel onder een veluxraam op het<br />

zuidwesten. De bak kreeg licht van boven,<br />

maar stond zo laag dat de zon niet direct op<br />

de bak kon schijnen. Ik probeer (ook nu nog)<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 261


Afb. 2: Blossfeldia liliputana.<br />

vroeg in het jaar (februari of begin maart) te<br />

zaaien. Overdag ging de temperatuur naar<br />

ca. 25 °C. In de nacht daalde de temperatuur<br />

tot rond de 15 °C. Regelmatig ging ik met<br />

een vergrootglas naar zolder om te zoeken<br />

naar ontkiemde zaden. Hiervan heb ik een<br />

registratie bijgehouden.<br />

Mijn zaairesultaten waren over het algemeen<br />

best redelijk. Toch heb ik vragen waarop<br />

ik graag een antwoord wil vinden.<br />

• Pyrrhocactussen ontkiemen prima, vaak<br />

meer dan 50 %, maar het is me tot nu<br />

toe nog niet gelukt om daar een tweejarige<br />

plant aan over te houden.<br />

• Van Blossfeldia’s heb ik inmiddels duizenden<br />

zaadjes uitgezaaid met als eindresultaat<br />

één plantje (gezaaid in 2009).<br />

• Aztekium ritteri heb ik regelmatig gezaaid,<br />

maar tot vorig jaar geen enkel<br />

ontkiemd zaadje.<br />

• De kiemingspercentages van de pediocactus-<br />

en sclerocactuszaden blijven uiterst<br />

laag.<br />

Hier liggen leuke uitdagingen voor mijn onderzoekende<br />

geest. De zoektocht naar antwoorden<br />

is twee jaar geleden begonnen en<br />

zal nog even duren, denk ik.<br />

Zaaien 2018<br />

De eerste stap kwam voort uit mijn ervaring<br />

om met mijn oudere planten over te<br />

stappen naar gesteente. Mijn pyrrhocactussen<br />

ontkiemden op zwarte grond goed,<br />

maar vielen na enkele weken een voor een<br />

om met bruine vlekken op de wortelhals.<br />

In de veronderstelling dat pyrrhocactussen<br />

zich beter thuis zouden voelen in gesteente,<br />

heb ik twee jaar geleden de jonge zaailingen<br />

voorzichtig overgezet in bims. Dit werkte<br />

op zich prima. De zaailingen groeiden<br />

goed door. Toch heb ik ze verloren. De oorzaak<br />

daarvan lag aan mijn persoonlijke omstandigheden<br />

op dat moment, waardoor ik<br />

te weinig aandacht aan de zaailingen kon geven.<br />

Niet getreurd, een nieuw jaar, nieuwe<br />

kansen.<br />

Zaaien 2019<br />

Op basis van mijn ervaring met pyrrhocactussen<br />

in 2018, wilde ik in 2019 proberen<br />

om op bims te zaaien.<br />

Voordat ik daar aan toekwam, heb ik Gerard<br />

Rutten een paar dagen geholpen met het<br />

versturen van de bestelde zaden. Het zal<br />

niemand verbazen dat op die dagen het onderwerp<br />

zaaien regelmatig aan de orde<br />

kwam. Deze keer was het belang van licht en<br />

eventueel het gebruiken van speciale ledverlichting<br />

onderwerp van gesprek. Dit bracht<br />

mij op het idee om mijn zaaibak niet meer<br />

op zolder te plaatsen, maar beneden in onze<br />

serre (op het noordoosten), waarin we aan<br />

één kant een grote spiegel hebben hangen<br />

voor een extra ruimtelijk effect. Voor die<br />

spiegel staat een plantentafel met enkele<br />

agaves. De agaves moesten maar even dichter<br />

bij elkaar staan, zodat ruimte ontstond<br />

voor mijn zaaibak. Op de plaats waar nu de<br />

zaaibak staat, komt alleen de ochtendzon<br />

en in de wintermaanden helemaal geen zon.<br />

Het licht komt behalve via de glazen pui ook<br />

van boven door een glasoppervlakte van enkele<br />

vierkante meters. En dat dan twee keer,<br />

één keer rechtstreeks en één keer als reflectie<br />

via de spiegel. Als meer licht relevant is<br />

voor het ontkiemen van zaden, zou dit toch<br />

effect moeten hebben.<br />

262<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Half maart kon het zaaien beginnen. De potjes<br />

werden gevuld met bims (korrels max. 2<br />

mm). Om te voorkomen dat kleinere zaadjes<br />

diep tussen de bimskorrels verdwijnen,<br />

strooide ik voor het zaaien wat bimspoeder<br />

over de korrels. Zaden daarop, afdekken<br />

met een enkel laagje aquariumgrind, het geheel<br />

natgemaakt en onder glas gezet in de<br />

bak met bodemverwarming. Dan afwachten.<br />

In dit jaar heb ik alle pyrrhocactus-soorten<br />

besteld die door het Clichéfonds werden<br />

aangeboden, aangevuld met enkele pediocactussen<br />

en sclerocactussen.<br />

Uit eigen kas heb ik, net als in 2018, weer<br />

zaad van Aztekium ritteri en Blossfeldia kunnen<br />

oogsten. Het zaad van Blossfeldia heb ik<br />

deze keer niet met grind afgedekt.<br />

Ik was erg opgetogen toen ik voor het eerst<br />

zaailingen van Aztekium ritteri mocht verwelkomen.<br />

Drie van de zestig zaadjes is niet<br />

veel, maar toch er was een begin. Na een<br />

paar weken raakte ik ze helaas weer kwijt.<br />

Ook de blossfeldia-zaden deden het goed,<br />

veertig zaailingen van de zestig zaadjes, dat<br />

is mooi. Zaaien op bims zonder grind gaf<br />

echter wel veel algengroei. Ook deze plantjes<br />

gingen allemaal verloren. In het volgende<br />

jaar toch weer iets anders verzinnen.<br />

De pyrrhocactussen ontkiemden ook goed.<br />

Alleen bleek het afdekken met bimspoeder<br />

geen succes. Dit poeder met water wordt<br />

een ‘cementlaag’. De kiemwortels moeten<br />

geholpen worden om hier doorheen te breken.<br />

Na deze hulp groeiden de jonge plantjes<br />

goed door. Ik heb nu, na de eerste winter,<br />

een flink aantal pyrrhocactussen die er<br />

goed bij staan.<br />

Tussentijdse evaluatie<br />

Sluiten deze ervaringen aan bij de omstandigheden<br />

en gebeurtenissen in de natuurlijke<br />

omgeving en kunnen we vanuit de natuurlijke<br />

omgeving nog ideeën opdoen voor<br />

de volgende keer?<br />

Wat het licht betreft is het overduidelijk dat<br />

wij hier in ons land niet in de buurt kunnen<br />

komen van de hoeveelheid licht op de groeilocatie.<br />

Deze ligt veelal dichter bij de evenaar<br />

en vaak ook op grotere hoogtes. Het<br />

licht dat wij onze zaailingen in het voorjaar<br />

op zeeniveau achter glas kunnen bieden, is<br />

daarbij vergeleken bedroevend weinig. Zeker<br />

als we het zaad dan ook nog afdekken<br />

met grind. Wellicht is op termijn het gebruik<br />

van extra ledverlichting een optie. Nu ben ik<br />

daar nog niet aan toe.<br />

Hoe komt zaad in de natuur eigenlijk op de<br />

ideale plaats terecht?<br />

In het algemeen kan worden gezegd dat zolang<br />

dieren, regen en wind het zaad nog in<br />

beweging kunnen krijgen, het zaad zijn eindbestemming<br />

nog niet heeft bereikt. Pas als<br />

het ergens in een kuiltje of rotsspleet tussen<br />

wat steengruis belandt, is de eindbestemming<br />

bereikt. Dit geldt niet alleen voor zaadjes.<br />

Ook verdorde plantenresten en poep<br />

van dieren worden door regen en wind verplaatst<br />

zolang daar vat op is. Niet onwaarschijnlijk<br />

is het dat de plaatsen waar de<br />

meststof achterblijft, overeenkomen met de<br />

plaatsen waar ook de zaadjes terecht zijn gekomen.<br />

Een ding valt wel op: het steengruis<br />

ligt er al voor het zaad aankomt. Toedekken<br />

met grind na het zaaien is in de natuur niet<br />

logisch.<br />

Zaaien <strong>2020</strong><br />

Aandachtspunten voor mijn zaaiplan van dit<br />

jaar waren:<br />

• De zaaibak wordt net als vorig jaar weer<br />

in de serre geplaatst.<br />

• Ik gebruik weer bims, maar dek dit nu<br />

niet af met bimsstof om te voorkomen<br />

dat zaadjes tussen de korrels wegzakken,<br />

maar gebruik een klein beetje (ca. 2<br />

mm) fijne zwarte grond.<br />

• Eerst mesembs zaaien. Twee weken in<br />

gespannen lucht bij 20 °C, daarna gaan<br />

de potjes naast de bak en worden ze iedere<br />

ochtend geneveld. Daarna is er<br />

plaats in de zaaibak voor de cactuszaden.<br />

• Stofzaad (mesembs, blossfeldia’s en<br />

Aztekium ritteri) zaai ik pas nadat ik het<br />

laagje grind heb aangebracht. De zaadjes<br />

worden daarna met een nevelspuit<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 263


Ik ben geneigd deze resultaatverbetering<br />

toe te schrijven aan meer licht: er zijn vrijwel<br />

geen zaden onder steentjes terecht gekomen,<br />

waardoor ze optimaal konden profiteren<br />

van het licht.<br />

Afb. 3: Aztekium rotteri.<br />

tussen de steentjes gespoeld.<br />

• Ik voeg meststof toe aan het water dat ik<br />

gebruik.<br />

Resultaten<br />

• Op 19 februari heb ik de mesems<br />

gezaaid (Conophytum, Lithops,<br />

Dinteranthus). Begin maart haalde ik de<br />

potjes uit de kas. Ruim 50% van de zaden<br />

was ontkiemd. Iedere ochtend heb<br />

ik de plantjes geneveld. Enkele keren<br />

heb ik weer water gegeven waarin meststof<br />

was opgelost. Ik heb tot nu toe (20<br />

april) slechts een of twee zaailingen verloren.<br />

• Op 12 maart zaaide ik de cactussen. De<br />

temperatuur in de bak gaat dan overdag<br />

naar 25 °C, in de nacht daalt die<br />

naar ca. 17 °C. Het meest opvallende<br />

resultaat was dat ik na twee weken ca.<br />

50% resultaat boekte bij Aztekium ritteri.<br />

Dit was vorig jaar nog 3 van 60 (5%).<br />

Ook Blossfeldia deed het goed, althans<br />

het zaad dat ik zelf geoogst heb. Van de<br />

vijftig zaadjes uit het Clichéfonds heb ik<br />

slechts vier zaailingen kunnen tellen.<br />

Met betrekking tot de periode waarin de<br />

zaailingen in gespannen lucht moeten worden<br />

gehouden, ben ik me gaan afvragen of<br />

de in de literatuur aanbevolen behandeling<br />

voor conophytums (max. twee weken gespannen<br />

lucht en daarna alleen in de ochtend<br />

nevelen), ook niet logischer is voor<br />

andere succulenten. Hoe lang zal in de natuurlijke<br />

leefomgeving van cactussen dagen<br />

en nachten achtereen een luchtvochtigheid<br />

van 100% heersen? Mijn idee is dat dat<br />

redelijk kort zal zijn. Wel lijkt het me dat er<br />

vaak elke dag ochtenddauw ontstaat. Nadat<br />

ik deze conclusie heb getrokken, heb ik mijn<br />

cactussen ook uit de zaaibak gehaald en nevel<br />

ik ze ook elke ochtend. Dit heeft tot nu<br />

toe niet tot verliezen geleid.<br />

Toekomst<br />

Er speelt nog een idee door mijn hoofd,<br />

waarmee ik volgend jaar wellicht iets wil<br />

doen. Het zaaien van alpiene planten wijkt<br />

sterk af van het zaaien van onze succulenten.<br />

Wanneer je zaden van alpiene planten<br />

op dezelfde manier zaait als cactussen, is<br />

volgens mij het resultaat per definitie gering.<br />

Het zijn ‘koudekiemers’. Deze zaden zijn geprogrammeerd<br />

om pas na de winter wakker<br />

te worden. Ze kiemen pas wanneer de temperatuur<br />

een geruime tijd onder nul graden<br />

is geweest. Pas als de sneeuw is ontdooid en<br />

het smeltwater opwarmt, is de lente aangebroken<br />

en mogen ze er voor gaan.<br />

In hoeverre geldt dit misschien ook voor<br />

sommige cactussen? Ik denk hier nu vooral<br />

aan sclerocactussen. Onder normale omstandigheden<br />

kiemen ze bij mij heel slecht.<br />

Om ze te helpen wordt geadviseerd ze te<br />

chippen. Ik weet eigenlijk niet precies hoe ik<br />

dat zou moeten doen, maar ik denk dat daar<br />

een mesje, naald of pincet aan te pas komt<br />

(Opm. redactie: Ruud Tropper geeft hiervoor<br />

op zijn website www.cactusinfo.nl een goede<br />

beschrijving). De natuur beschikt niet over<br />

dergelijk gereedschap. In de natuur ontkiemen<br />

ze wel goed. Anders waren ze inmid-<br />

264<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Verenigingsnieuws<br />

December <strong>2020</strong><br />

In dit nummer:<br />

Adressen 82<br />

Algemene Ledenvergadering 26-9-’20 83<br />

Instellingen en redactie 90<br />

Afdelingsactiviteiten 91<br />

Introductie Miranda Tap 92<br />

Introductie Jacques Baltis 92<br />

Introductie Paul Laney 93<br />

Introductie Saskia Barendregt 93<br />

Ledenadministratie 94<br />

Advertenties 94 t/m 96<br />

Bloeiende cactussen in Argentinië: boven<br />

Tunilla corrugata en onder Tephrocactus<br />

alexanderi.<br />

Kopij voor het verenigingsnieuws voor de<br />

1e van de oneven maanden zenden naar:<br />

Andre van Zuijlen,<br />

E-mail: succulenta@home.nl<br />

<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 265 81


Adressen<br />

<strong>Succulenta</strong><br />

Koninklijke Nederlandse vereniging van<br />

liefhebbers van cactussen en andere vetplanten<br />

<strong>Succulenta</strong><br />

Bestuur<br />

Voorzitter<br />

Frans Mommers<br />

Egyptering 18, 5152 MZ Drunen<br />

Tel. 0416 - 374393<br />

E-mail: voorzitter@succulenta.nl<br />

Secretaris<br />

Andre van Zuijlen<br />

Hoefstraat 9, 5345 AM Oss<br />

Tel. 0412 - 630733<br />

E-mail: secretaris@succulenta.nl<br />

Penningmeester:<br />

Jacques Baltis<br />

Meidoorn 134, 6226 WD Maastricht<br />

Tel. 043 - 3622260 en 0651552199<br />

E-mail: penningmeester@succulenta.nl<br />

Pr & Promotie en vice-voorzitter<br />

Peter Knippels<br />

Tel. 0648590702<br />

E-mail: prfunctionaris@succulenta.nl<br />

Algemeen bestuurslid<br />

Saskia Barendregt<br />

E-mail: bestuurslid2@succulenta.nl<br />

Algemeen bestuurslid<br />

Paul Laney<br />

E-mail: bestuurslid1@succulenta.nl<br />

Financiële Zaken<br />

Betaling via de bankrekening van<br />

<strong>Succulenta</strong>, Meidoorn 134 Maastricht<br />

IBAN: NL31INGB0000680596 BIC: INGBNL2A<br />

Ledenadministratie<br />

Verzoeken om inlichtingen, aanmeldingen<br />

lidmaatschap, adreswijzigingen en opzeggingen<br />

(vóór 1 <strong>december</strong>) schriftelijk of per<br />

e-mail bij de ledenadministrateur:<br />

Henk Roozegaarde<br />

Banninkstraat 5<br />

7255 AT Hengelo Gld.<br />

Tel. 0575 - 465270<br />

E-mail: ledenadministratie@succulenta.nl<br />

Contributieverhoging 2021<br />

Op de ALV werd besloten de contributie met<br />

€ 3,– te verhogen (zie pag. 86). Daarnaast is<br />

vanwege stijgende verzendkosten het<br />

lidmaatschap voor Europa - met uitzondering<br />

van België - en voor buiten Europa<br />

verhoogd tot € 51,50.<br />

Verder is het digitaal lidmaatschap toegevoegd.<br />

Lidmaatschap 2021<br />

Nederland € 30,–<br />

België € 36,50<br />

Jeugdleden Nederland € 15,-<br />

Jeugdleden België € 18,25<br />

Europa € 51,50<br />

Buiten Europa € 51,50<br />

Digitaal lidmaatschap € 27,–<br />

Inschrijfgeld nieuwe leden € 3,–<br />

Nieuwe leden ontvangen gratis het boek<br />

“Cactussen en vetplanten - een handleiding”<br />

ter waarde van € 6,50.<br />

Advertenties<br />

Andre van Zuijlen, Hoefstraat 9,<br />

5345 AM Oss. Tel 0412 - 630733<br />

E-mail: succulenta@home.nl<br />

Tarieven<br />

1/8 pagina € 29,50<br />

1/4 pagina € 45,50<br />

1/2 pagina € 72,50<br />

1/1 pagina € 125,00<br />

266 82 Verenigingsnieuws <strong>Succulenta</strong> jaargang 99 99(6) <strong>2020</strong>


Notulen Algemene Ledenvergadering 27-9-’20<br />

Met 1½ m afstand vanwege Covid-19 de drie aanwezige bestuursleden, Theo Heijnsdijk, Frans<br />

Mommers en Andre van Zuijlen. Peter Knippels was afwezig vanwege vakantie.<br />

1. Opening door de voorzitter<br />

Om 10.00 uur opent de voorzitter de<br />

vergadering.<br />

Hij legt uit dat er maar drie bestuursleden<br />

achter de tafel staan omdat de vierde met<br />

vakantie is. Hij spreekt de hoop uit dat<br />

tijdens deze vergadering er drie nieuwe<br />

bestuursleden bij zullen komen.<br />

2. Mededelingen en binnengekomen en<br />

uitgegane stukken<br />

Er zijn twee stukken binnengekomen.<br />

Het eerste is afkomstig van de afdeling<br />

Tilburg met het verzoek de voorzitter de<br />

heer Jan van den Broek te benoemen tot lid<br />

van verdienste.<br />

Het tweede stuk is van de afdeling Nijmegen<br />

en hierin wordt gevraagd om de penningmeester<br />

mevrouw Johanna Jongekrijg te<br />

benoemen tot lid van verdienste.<br />

Met een applaus worden beide aanvragen<br />

door de vergadering goedgekeurd.<br />

3. Stilstaan bij overleden leden<br />

De namen van de overleden leden<br />

tussen april 2019 en april <strong>2020</strong> worden<br />

voorgelezen. Dit zijn Dr. G. Hentzschel te<br />

Risum-Lindholm (D), L.H. de Groot te Heerhugowaard,<br />

J. Hovestad te ’s-Hertogenbosch,<br />

J. Herenius te Wervershoof, H. Westerduin-Jansen<br />

te Den Haag, I.F.R. van Erp te<br />

Sittard, P. Gastelaars te Culemborg, A.J. van<br />

der Laan te Eelde, K.H. Hofstee te Zijldijk,<br />

G.H.C. Stoelinga te Leusden, A. Daemen te<br />

Kapellen (B), B.J. Duyster te Damwoude,<br />

A. Goossens te Duffel Antwerpen (B),<br />

B. Snitslaar te Enschede, H. Nijmeijer te<br />

Stadskanaal en M.H. van Marwijk-Fuchsmann<br />

te Brunssum.<br />

Er wordt een minuut stilte in acht genomen<br />

om hen te herdenken.<br />

4. Huldiging van de jubilarissen die 40,<br />

50 of 60 jaar lid zijn<br />

Van de jubilarissen in <strong>2020</strong> zijn er vier<br />

aanwezig op de vergadering. Dat zijn:<br />

- Mevrouw Johanna Jongekrijg, 40 jaar lid<br />

<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

267 83


De aanwezige jubilarissen: v.l.n.r. Johanna Jongekrijg, Dick Munninksma, Willemien Adams en<br />

Anjo Keizer.<br />

- Mevrouw Willemien Adams, 40 jaar lid<br />

- De heer Dick Munninksma, 40 jaar lid<br />

- De heer Anjo Keizer, 50 jaar lid<br />

Vanwege de situatie rond corona mogen de<br />

jubilarissen zelf hun speldje en hun bloemen<br />

van een tafeltje komen ophalen en daarbij<br />

krijgen ze een applaus van de vergadering.<br />

Vervolgens werd mevrouw Johanna Jongekrijg<br />

opnieuw naar voren geroepen om haar<br />

penning als lid van verdienste en een<br />

tweede bos bloemen in ontvangst te nemen.<br />

Door het bestuur wordt de vergadering<br />

gevraagd om Fons Arens te benoemen tot<br />

lid van verdienste, wat met applaus wordt<br />

goedgekeurd<br />

5. Goedkeuring notulen van de ALV 2019<br />

De notulen van de vergadering van 13<br />

april 2019 (gepubliceerd in augustus 2019)<br />

worden zonder verdere opmerkingen<br />

Johanna Jongekrijg haalt als nieuw lid van verdienste haar penning op.<br />

268 84 Verenigingsnieuws <strong>Succulenta</strong> jaargang 99 99(6) <strong>2020</strong>


goedgekeurd. Datzelfde geldt ook voor de<br />

notulen van de extra vergadering op 25<br />

september (gepubliceerd in <strong>december</strong><br />

2019).<br />

6. Jaarverslag van de secretaris over<br />

2019<br />

Het jaarverslag zoals gepubliceerd in<br />

april <strong>2020</strong> wordt goedgekeurd.<br />

7. Financieel verslag over 2019<br />

De voorzitter licht toe dat hij dit jaarverslag<br />

als interim-penningmeester heeft<br />

moeten maken en daarbij hulp heeft gekregen<br />

van de vorige penningmeester, de heer<br />

Rob Feuth.<br />

De heren Ludwig Bercht en Coert van Dijk<br />

hebben een aantal vragen en opmerkingen.<br />

Beiden zouden graag een verantwoording<br />

zien van het 100-jarig jubileum, maar dit is<br />

apart onder agendapunt 14 geagendeerd.<br />

Verder zou Ludwig graag een opsplitsing<br />

zien van de vrij forse post onder Public<br />

Relations. Ja, dat kan en dat zal de volgende<br />

keer gebeuren.<br />

Verder vraagt hij zich af waarom de handleiding<br />

is afgeschreven van de bestemmingsreserve<br />

van het 100-jarig bestaan.<br />

Theo Heijnsdijk legt uit dat er wel degelijk<br />

een voorziening voor deze handleiding was<br />

opgenomen in het budget.<br />

Coert merkt verder nog op dat naar zijn<br />

mening de post voor MEO onder pr in de<br />

post administratie zou moeten zitten.<br />

8. Verslag van de kascommissie<br />

De heer Paul Laney rapporteert dat hij<br />

en de heer Roelof Salters op 3 maart <strong>2020</strong><br />

de financiën van <strong>Succulenta</strong> hebben gecontroleerd<br />

en in orde bevonden. Zij stellen<br />

voor de penningmeester te dechargeren,<br />

waarmee met applaus wordt ingestemd.<br />

Zij maken wel een aantal opmerkingen.<br />

In de eerste plaats zou de discrepantie<br />

tussen begroting en uitgaven van de ledenadministratie<br />

beter in de begroting tot uiting<br />

moeten komen. Verder vinden zij dat de<br />

kosten voor de website en facebook onder<br />

pr zouden moeten vallen. En als derde punt<br />

vinden zij dat een eventueel te verwachten<br />

winst van het Clichéfonds begroot zou<br />

moeten worden en op 0 zou moeten worden<br />

gesteld als dit niet verwacht wordt. Zij<br />

bedanken de interim-penningmeester voor<br />

het op zich nemen van deze taak.<br />

9. Verkiezing nieuwe kascommissie<br />

De heer Roelof Salters is aftredend. Maar<br />

de heer Paul Laney kan niet voor een<br />

tweede termijn in de commissie, aangezien<br />

hij een bestuursfunctie gaat vervullen.<br />

Voorgesteld wordt om de heer Roelof Salters<br />

bij uitzondering voor een derde termijn in de<br />

commissie plaats te laten nemen.<br />

De vergadering stemt hiermee in.<br />

Als nieuw lid in de kascommissie meldt zich<br />

de heer Gijs Oskam.<br />

10. Begroting <strong>2020</strong><br />

Deze is in het verenigingsnieuws van<br />

februari <strong>2020</strong> gepubliceerd.<br />

De heer Coert van Dijk merkt op dat <strong>Succulenta</strong><br />

niet met een blijvend structureel tekort<br />

op de begroting door kan blijven gaan. De<br />

voorzitter bevestigt dat we dit zo ook niet<br />

willen blijven doen. Hij licht een paar punten<br />

uit de begroting toe.<br />

Zoals verwacht – wisseling van eigenaar –<br />

zullen de drukkosten van het tijdschrift 4%<br />

hoger worden. Wel worden de bestuurskosten<br />

lager. We hadden in 2019 twee keer<br />

notariskosten vanwege de statutenwijzigingen.<br />

Ook de kosten van de Algemene<br />

Ledenvergadering waren lager, er waren<br />

geen twee vergaderingen zoals in 2019.<br />

De heer Coert van Dijk vraagt of het bestuur<br />

de aanbevelingen van de kascommissie gaat<br />

overnemen. Het antwoord is ja, dat is zeker<br />

de bedoeling. Verder merkt hij op dat hij<br />

graag een betere verantwoording van de<br />

kosten zou willen zien.<br />

<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

269 85


11. Vaststellen contributie 2021<br />

De laatste contributieverhoging dateert<br />

van 2008, toen er 1 euro bijkwam.<br />

De huidige contributie (voor Nederland)<br />

bedraagt €27, gesplitst in €24 contributie en<br />

€3 verzendkosten.<br />

Het bestuur stelt voor om in 2021 de<br />

contributie met €3 te verhogen. Als reden<br />

geeft zij op dat er een structureel tekort is,<br />

waardoor de vereniging inteert op haar<br />

vermogen. Het uitgangspunt is dat het<br />

vermogen ca. twee keer de uitgaven van het<br />

tijdschrift zou moeten zijn. Dit roept enige<br />

discussie op, maar de heer Jacques Baltis<br />

merkt op dat een tot twee keer de jaarlijkse<br />

kosten als vermogen de norm is.<br />

Door de €3 contributieverhoging komt er ca.<br />

€3500 extra binnen. Dat is niet voldoende.<br />

Vandaar dat het bestuur voorstelt om ook in<br />

2022 de contributie met €3 te verhogen.<br />

Dan neemt het tekort jaarlijks met ca. €7000<br />

af. Het resterende tekort moet worden<br />

weggewerkt door op de uitgaven te bezuinigen.<br />

Een plus zou kunnen komen uit een toename<br />

van het aantal leden zoals in 2019. Ook<br />

door uitbreiding van de activiteiten van de<br />

webwinkel hoopt het bestuur meer inkomsten<br />

te genereren.<br />

De heer Peter Melis merkt op dat er waarschijnlijk<br />

mensen zijn die moeite hebben<br />

met deze contributieverhogingen. Als er<br />

leden af gaan vallen is er een risico dat de<br />

kosten niet opwegen tegen de baten.<br />

Mevrouw Miranda Tap ziet dit risico ook.<br />

Peter noemt het overwegen van een digitaal<br />

tijdschrift als mogelijkheid voor deze leden.<br />

Opgemerkt wordt dat dit er in feite al is. Op<br />

dit moment wordt dat alleen op de website<br />

vermeld. Dat zou ook in het verenigingsnieuws<br />

moeten.<br />

De heer Paul Laney vindt dat het bestuur<br />

moet vastleggen wat de financiële buffer van<br />

de vereniging moet zijn. Daarop stelt de<br />

heer Jacques Baltis voor dat het bestuur<br />

gaat kijken naar kostenbesparingen en de<br />

daarbij te hanteren buffer.<br />

Hij stelt verder voor om nu alleen te beslissen<br />

over een contributieverhoging voor<br />

2021. Een eventuele verdere verhoging moet<br />

dan worden voorgelegd aan de volgende<br />

Algemene Ledenvergadering.<br />

De heer Ludwig Bercht steunt dit en vraagt<br />

het bestuur ook kritisch te kijken naar de<br />

kosten.<br />

De heer Gijs Oskam stelt dat een verhoging<br />

van de contributie met €3 nog overzichtelijk<br />

is. Hij doet de suggestie om de contributie<br />

gedurende een langere tijd steeds op basis<br />

van de CBS-index met een klein bedrag te<br />

verhogen. Daarnaast zou het bestuur met<br />

een soort denktank een visie voor de<br />

toekomst moeten gaan ontwikkelen. Verder<br />

merkt hij op dat zijn voorkeur blijft uitgaan<br />

naar een papieren tijdschrift omdat zijn<br />

ervaring is dat een digitale versie niet wordt<br />

gelezen.<br />

De heer Coert van Dijk is het eens met een<br />

eenmalige contributieverhoging nu en het<br />

beleidsmatig naar de toekomst kijken.<br />

De conclusie is dat de contributie in 2021<br />

met €3 wordt verhoogd. Op de Algemene<br />

Ledenvergadering in 2021 zal dit opnieuw<br />

aan de orde worden gesteld.<br />

Verder zal het digitale lidmaatschap ook in<br />

het verenigingsnieuws worden vermeld.<br />

De heer Ben Wijffelaars merkt op dat de<br />

afdeling Gorinchem-’s-Hertogenbosch heeft<br />

besloten, vanwege het stilvallen van de<br />

activiteiten vanwege de coronasituatie, juist<br />

de contributie in 2021 niet te laten betalen.<br />

12. Bestuursverkiezing<br />

De vicevoorzitter de heer Theo Heijnsdijk<br />

is na 8 jaar aftredend en kan niet worden<br />

herkozen. De voorzitter bedankt hem voor<br />

zijn grote inzet en motivatie gedurende zijn<br />

deelname aan het bestuur. Hem worden<br />

een keramiek en bloemen overhandigd.<br />

In een korte toespraak meldt Theo dat we<br />

nog niet van hem af zijn. Hij blijft de boekenbeurs<br />

doen, blijft artikelen schrijven en zal<br />

270 86 Verenigingsnieuws <strong>Succulenta</strong> jaargang 99 99(6) <strong>2020</strong>


Theo Heijnsdijk ontvangt bij zijn afscheid na acht jaar werk in het bestuur als dank een keramiek<br />

met daarop Euphorbia canariensis. Alle foto’s zijn van Ludwig Bercht.<br />

waar nodig de website ondersteunen.<br />

Ook de secretaris, de heer Andre van Zuijlen,<br />

is aftredend, maar hij heeft zich voor een<br />

tweede termijn beschikbaar gesteld. Voor de<br />

vacature van penningmeester heeft zich de<br />

heer Jacques Baltis aangemeld. Verder<br />

hebben zich mevrouw Saskia Barendregt en<br />

de heer Paul Laney aangemeld voor een<br />

functie in het bestuur<br />

Er hebben zich voor deze functies geen<br />

tegenkandidaten gemeld en er zijn geen<br />

bezwaren vanuit de vergadering, dus<br />

worden bovenstaande bestuursleden voor<br />

de komende vier jaar benoemd.<br />

13. Verslag van de instellingen<br />

De verslagen van de instellingsbeheerders<br />

zijn geplaatst in het verenigingsnieuws.<br />

Volgens de voorzitter een geslaagd experiment<br />

waarvan hij hoopt dat het in de<br />

toekomst weer zo zal worden gedaan.<br />

Het bestuur is verheugd te kunnen melden<br />

dat na een lange zoektocht zich toch iemand<br />

heeft gemeld die de ledenadministratie wil<br />

gaan doen. Dit is mevrouw Miranda Tap.<br />

Zij is al begonnen met zich in te werken. Er is<br />

afgesproken dat de huidige ledenadministrateur,<br />

de heer Henk Roozegaarde, haar<br />

voorlopig zal blijven steunen.<br />

De heer Ludwig Bercht meldt dat problemen<br />

met de kleur van het tijdschrift met de<br />

drukker zijn besproken en worden opgelost.<br />

De afdrukkwaliteit zal voortaan regelmatig<br />

worden gecontroleerd.<br />

De heer Theo Heijnsdijk merkt op dat het<br />

inbinden van tijdschriften steeds lastiger<br />

wordt. Hij heeft nog een voorraad verzamelbanden<br />

voor €8,50 per stuk en ook nog<br />

banden met roestvlekjes voor €5 per stuk.<br />

<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

271 87


14. 100-jarig jubileum: verantwoording en<br />

evaluatie<br />

De voorzitter constateert dat er behoorlijk<br />

wat minder is uitgegeven aan het jubileum<br />

dan was begroot. Er waren plannen<br />

genoeg, maar door allerlei omstandigheden<br />

is daar lang niet alles van gerealiseerd. Er<br />

waren o.a. problemen met De Uithof, maar<br />

ook problemen in de commissie hebben<br />

ervoor gezorgd dat er zaken niet van de<br />

grond kwamen.<br />

De voorzitter benadrukt dat het, mede door<br />

de inzet van 50 vrijwilligers, toch nog een<br />

mooi feest is geworden.<br />

De heer Gerard Rutten vraagt of er een<br />

evaluatie is geweest met De Uithof. Ja, die is<br />

er geweest. De Uithof erkent dat er problemen<br />

waren. Recent zijn er wijzigingen<br />

aangebracht in het bestuur. Onze pr-functionaris,<br />

de heer Peter Knippels, onderhoudt<br />

de contacten voor de toekomst.<br />

De heer Ludwig Bercht vindt het jammer dat<br />

het jubileum op de wijze is gevierd zoals dat<br />

is gebeurd in De Uithof. Naar zijn mening<br />

had dat niet de uitstraling die bij de viering<br />

van een 100-jarig jubileum hoort. Hij had<br />

minstens een buffet verwacht en zeker meer<br />

aandacht van de pers.<br />

De secretaris, namens de commissie, stelt<br />

dat dit nooit de intentie is geweest van de<br />

commissie. De bedoeling was dat het een<br />

feest zou worden voor de leden. En gezien<br />

de vele positieve reacties zijn we daarin<br />

geslaagd.<br />

Ludwig geeft wel een pluim aan de commissie<br />

met wat ze in Utrecht hebben gedaan.<br />

Verder geeft hij ook een pluim aan Peter<br />

Knippels en Theo Heijnsdijk voor het samenstellen<br />

van het jubileumnummer van<br />

<strong>Succulenta</strong>. En als laatste ook aan de<br />

auteurs en de redactie van de nieuwe<br />

handleiding.<br />

De voorzitter geeft nog een nadere toelichting<br />

op de financiële verantwoording van de<br />

jubileumviering. Ook bijv. de extra kosten<br />

voor het juninummer van <strong>Succulenta</strong> zijn<br />

hierin meegenomen. Dan nog blijven de<br />

totale kosten flink binnen de begroting.<br />

Hoge kostenposten waren er vooral voor<br />

kilometervergoedingen en extra materiaal<br />

voor de pr. Overigens is deze verantwoording<br />

ook gecontroleerd door de kascommissie.<br />

Ludwig merkt nog op dat De Uithof een zeer<br />

geschikte locatie is voor een Algemene<br />

Ledenvergadering, maar ook voor bijv. een<br />

beurs. Verder vond hij het speciale T-shirt en<br />

de mok erg mooi en vraagt naar de beschikbaarheid.<br />

Het T-shirt was alleen gemaakt voor vrijwilligers,<br />

maar er komt wel een T-shirt met het<br />

nieuwe logo van <strong>Succulenta</strong>. Er wordt<br />

gevraagd om wel te letten op maten en<br />

wasbaarheid. Ook de bekers met logo zijn<br />

via <strong>Succulenta</strong> te koop.<br />

Het overtollige pr-materiaal met het oude<br />

logo zullen we met een aangepaste prijs via<br />

de webwinkel proberen te verkopen.<br />

15. SBBI-status en Office 365 voor de<br />

vereniging<br />

De secretaris, de heer Andre van Zuijlen,<br />

legt uit hoe we bijna vier jaar geleden<br />

begonnen zijn met het aanvragen van de<br />

ANBI-status. Een van de voordelen hiervan<br />

zou zijn dat we een gratis groepsabonnement<br />

op Windows 365 zouden kunnen<br />

krijgen. Hiervoor moesten de statuten<br />

worden aangepast, wat ongeveer 1½ jaar<br />

geduurd heeft om te realiseren. Toen dat<br />

was gebeurd werd de ANBI-status echter<br />

door de belastingdienst geweigerd.<br />

Via MEO is het uiteindelijk dit jaar toch<br />

gelukt dat gratis groepsabonnement te<br />

krijgen. Twee maanden geleden zijn alle<br />

gebruikers aangemaakt, dit zijn in eerste<br />

instantie het bestuur, de redactie, de<br />

instellingsbeheerders en de afdelingssecretarissen.<br />

In de eerste stap is de communicatie via<br />

Outlook opgezet. Het bestuur en een aantal<br />

instellingen hebben ondertussen toegang.<br />

272 88 Verenigingsnieuws <strong>Succulenta</strong> jaargang 99 99(6) <strong>2020</strong>


Dat zal worden uitgebreid met de redactie<br />

en de resterende instellingen. In een later<br />

stadium worden ook de afdelingssecretarissen<br />

benaderd om aan te sluiten.<br />

Zeer recent is ook een eerste stap gezet om<br />

de data die voor <strong>Succulenta</strong> van belang zijn<br />

in de eigen werkomgeving (in de Cloud) op<br />

te slaan. Dit gebeurt via SharePoint en de<br />

toegang van de gewenste gebruikers kan<br />

hier eenvoudig worden geregeld. Als eerste<br />

zal een afspraak met de archiefbeheerder,<br />

de heer Peter Melis, worden gemaakt om<br />

het bestaande archief te verhuizen en te<br />

bespreken wat er toegevoegd kan worden.<br />

Er volgt enige discussie over opslag van<br />

gevoelige informatie, maar in principe is de<br />

beveiliging binnen Windows 365 goed en is<br />

de informatie alleen toegankelijk voor de<br />

toegewezen gebruikers. Er zal nog worden<br />

nagegaan of er triggers mogelijk zijn die<br />

waarschuwen bij pogingen tot oneigenlijk<br />

gebruik.<br />

16. Vaststelling datum en locatie voor de<br />

ALV 2021<br />

Het bestuur overweegt om de Algemene<br />

Ledenvergadering in de toekomst op een<br />

centrale plek te organiseren. Deze plek zou<br />

bij voorkeur dan De Uithof moeten worden.<br />

In principe zal dus in april 2021 daar de<br />

vergadering plaatsvinden. Daarbij zal dan<br />

ook een beurs worden georganiseerd.<br />

17. Rondvraag<br />

De heer Jacques Baltis stelt zich kort<br />

voor. Hij draait al een aantal maanden mee<br />

als bestuurslid. Als nieuwe penningmeester<br />

gaat hij een aantal mensen benaderen om<br />

te overleggen hoe bepaalde zaken beter<br />

kunnen. Samen met de nieuwe ledenadministrateur,<br />

mevrouw Miranda Tap, gaat hij<br />

ook de automatische inning van de contributie<br />

op poten zetten.<br />

De heer Gijs Oskam meldt dat ook de<br />

afdeling Haarlem besloten heeft in 2021<br />

geen contributie te innen. Hij vraagt of er<br />

zicht is op hoe de afdelingen omgaan met<br />

situatie rond Covid-19. Dit wisselt sterk per<br />

afdeling. Bij de aanmelding voor het verenigingsnieuws<br />

(via de secretaris) blijkt dat een<br />

aantal afdelingen niets willen of kunnen<br />

doen, maar dat sommige afdelingen al wel<br />

activiteiten opstarten.<br />

Verder vraagt hij hoe het zit met de toegang<br />

van Belgische leden tot ons groepsaccount<br />

in Office 365. Deze leden hebben geen<br />

toegang, want die is beperkt tot mensen die<br />

een functie uitoefenen in de vereniging. En<br />

daar zijn momenteel geen Belgische leden<br />

bij.<br />

De heer Henk Viscaal vraagt of het aanleveren<br />

van adressen aan de drukker via de<br />

ledenadministratie blijft lopen. Het antwoord<br />

daarop is ja, dat blijft zo. Wel gaan de<br />

contacten over financiële zaken met de<br />

drukker naar de penningmeester.<br />

De heer Williejan Rooijakkers wil graag<br />

hebben vastgelegd dat de afdeling Maas en<br />

Peel tegen een contributieverhoging is.<br />

De heer Gerard Rutten meldt dat een deel<br />

van de verzameling van onze vroegere<br />

zadenleverancier is overgenomen. In een<br />

eerder stadium had hijzelf al de voorraad<br />

zaden overgenomen. Verder kan hij melden<br />

dat er nog steeds behoorlijk wat bestellingen<br />

binnenkomen.<br />

De heer Andre van Zuijlen meldt dat nog<br />

steeds niet alle functionarisovereenkomsten<br />

binnen zijn. Een jaar na de start en na<br />

diverse aanmaningen missen we nog steeds<br />

van een vijftal afdelingsfunctionarissen deze<br />

overeenkomst.<br />

18. Sluiting<br />

Om 12.05 uur sluit de voorzitter de<br />

vergadering.<br />

<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

273 89


Instellingen en redactie<br />

Verenigingsartikelen<br />

Bewaarband voor <strong>Succulenta</strong>:<br />

De prijs is € 8,50 per band.<br />

Wat betekent die naam?<br />

Een verklarend woordenboek: € 5,-<br />

Cactussen en vetplanten. Een handleiding.<br />

Nieuw 2019: € 6,50.<br />

Oude jaargangen <strong>Succulenta</strong>:<br />

1955 tot 2000 € 5,- per jaargang<br />

2000 t/m 2019 € 9,- per jaargang<br />

Losse nummers € 2,50 per stuk<br />

En nog vele andere verenigingsartikelen die u<br />

op de website kunt vinden.<br />

<strong>Succulenta</strong> heeft een groot aantal boeken in<br />

de aanbieding. Zowel nieuw als tweedehands.<br />

Daarnaast zijn er vele jaargangen tijdschriften<br />

in de verkoop.<br />

Kijk op de website van <strong>Succulenta</strong> onder de<br />

kop “BOEKEN” naar de lijsten, zoek wat uit en<br />

stuur een mail voor een prijsopgave.<br />

Alle prijzen zijn exclusief verzendkosten.<br />

Inlichtingen en bestellingen bij Theo<br />

Heijnsdijk: th.heijnsdijk@gmail.com<br />

Folders voor pr-doeleinden zijn te bestellen via<br />

een e-mail naar promotie@succulenta.nl.<br />

Clichéfonds<br />

Gerard Rutten, Prins Hendrikstraat 15<br />

2641 HK Pijnacker. Tel. 015-3610078<br />

E-mail: zaden@succulenta.nl<br />

Bankrekeningnummer Clichéfonds:<br />

IBAN: NL22INGB0000014465<br />

BIC: INGBNL2A, t.n.v. Beheerder<br />

Clichéfonds <strong>Succulenta</strong> te Pijnacker<br />

Bibliotheek <strong>Succulenta</strong><br />

Bibliothecaris: Coby Keizer-Zinsmeester,<br />

Westeind 96, 9636 CE Zuidbroek.<br />

Tel. 0598-395128<br />

E-mail: keizer.zinsmeester@ziggo.nl<br />

Digitale bibliotheek:<br />

Paul Laney, Graaf Floris 37, 1276 XA Huizen.<br />

E-mail: p.c.laney@live.nl<br />

Website van <strong>Succulenta</strong><br />

Debbie van den Heuvel<br />

E-mail: webmaster@succulenta.nl<br />

Colofon<br />

Tijdschrift <strong>Succulenta</strong><br />

http://www.succulenta.nl<br />

E-mail: info@succulenta.nl<br />

Auteursrecht<br />

Gehele of gedeeltelijke overname van<br />

artikelen is alleen toegestaan na verkregen<br />

toestemming van de auteur/illustrator en met<br />

een duidelijke bronvermelding<br />

Redactiesecretariaat<br />

Mevr. R. Maessen<br />

Weezenhof 1232, 6536 EZ Nijmegen<br />

E-mail: redactie@succulenta.nl<br />

Hoofdredactie<br />

C.A.L. Bercht<br />

E-mail: ludwigbercht@hetnet.nl<br />

H.W. Viscaal<br />

E-mail: hwviscaal@gmail.com<br />

Redactie<br />

R. Bregman<br />

E-mail: r.bregman@contact.uva.nl<br />

W. ten Hoeve<br />

E-mail: tenho11@hetnet.nl<br />

H. Ruinaard<br />

E-mail: henk.ruinaard@ziggo.nl<br />

B.J.M. Zonneveld<br />

E-mail: ben.zonneveld@naturalis.nl<br />

Vormgeving<br />

H. W. Viscaal, Tom Twijnstra (basis layout)<br />

Druk<br />

Senefelder Misset Doetinchem<br />

274 90 Verenigingsnieuws <strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Afdelingsactiviteiten <strong>2020</strong><br />

Afdeling Datum Activiteit Informatie bij:<br />

De Achterhoek dec. Geen bijeenkomst A. Heijnen<br />

jan.‘21 Nog niet bekend 0543-564314<br />

Den Helder dec. Geen bijeenkomst J. Jansen<br />

jan. ‘21 Indien mogelijk jaarvergadering 0223-620931<br />

Eindhoven dec. Geen bijeenkomst R. Salters<br />

11 jan.‘21 Foto’s met een verhaal 040-223010<br />

Gorinchem- dec. Geen bijeenkomst A. van Zuijlen<br />

’s-Hertogenbosch jan.’21 Nog niet bekend 0412-630733<br />

Gouda e.o. dec. Geen bijeenkomst N. Uittenbroek<br />

jan.‘21 Geen bijeenkomst 0182-394068<br />

Groningen en 17 dec. Geen bijeenkomst V. Bicknese<br />

Ommelanden 18 jan.‘21 Nog niet bekend 0595-491598<br />

Haag- en Westland dec. Geen bijeenkomst P. Beurskens<br />

jan.‘21 Geen bijeenkomst 0611267411<br />

Haarlem dec. Geen bijeenkomst H. v.d. Zouwen<br />

jan.‘21 Geen bijeenkomst 0612256825<br />

Hoeksche Waard 10 dec. Jan Magin over cactusgeslachten J. Magnin<br />

14 jan.‘21 Ledenvergadering + dia’s 078-6131283<br />

Maas & Peel dec. Geen bijeenkomst R. Coenen<br />

jan.‘21 Nog niet bekend 0475-461945<br />

Nijmegen dec. Geen bijeenkomst R. Maessen<br />

jan.‘21 Nog niet bekend 024-3440425<br />

Tilburg dec. Geen bijeenkomst P. van Halteren<br />

jan.‘21 Geen bijeenkomst 013-5701106<br />

Voorne-Putten en dec. Voor informatie P.C. de Jong, e-mail: P. de Jong<br />

Rozenburg jan.‘21 dejong.succulenta.vpr@hotmail.com 0181-484654<br />

Wageningen 10 dec. Geen bijeenkomst C. Geris<br />

14 jan.‘21 Jaarvergadering en foto’s kijken 0318-417319<br />

West-Brabant 12 dec. Jaarvergadering H. Schippers<br />

jan.‘21 Nog niet bekend 0164-257905<br />

West-Friesland dec. Geen bijeenkomst R. Wiecherink<br />

jan.‘21 Jaarvergadering: nog niet bekend 06 2455 6200<br />

Zaanstreek-Waterland dec. Nog niet bekend A. van Leeuwen<br />

jan.‘21 Geen bijeenkomst 0251-313544<br />

Zeeland dec. Geen bijeenkomst K. de Meij<br />

jan.‘21 Nog niet bekend 0113-311682<br />

Zuid-Limburg dec. Geen bijeenkomst W. Thissen<br />

jan.‘21 Nog niet bekend 043-3644612<br />

Zwolle dec. Geen bijeenkomst W. Adams<br />

12 jan.‘21 Jaarvergadering + Jan Slagters 0611265055<br />

<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

275 91


Introductie nieuwe<br />

ledenadministrateur<br />

Hallo allemaal,<br />

Mijn naam is Miranda Tap en ik ga de<br />

ledenadministratie overnemen van Henk<br />

Roozegaarde. Al van jongs af aan ben ik<br />

gefascineerd door succulenten. Helaas is<br />

deze voorliefde een tijd lang in het slop<br />

geraakt, maar sinds een paar jaar heeft<br />

vooral het cactusvirus me weer stevig te<br />

pakken. Mijn partner en ik zijn daarom ook<br />

lid geworden van <strong>Succulenta</strong>. Het lijkt me fijn<br />

om een bijdrage te kunnen leveren aan de<br />

vereniging door de ledenadministratie op<br />

me te nemen. Om wat informatie over<br />

mezelf te geven. Ik ben 45 jaar, moeder van<br />

drie pubers en ik heb een eigen bedrijf voor<br />

zowel wiskundebijles als de begeleiding van<br />

jongeren die op school uitvallen. Voor ik dit<br />

bedrijfje negen maanden geleden begon,<br />

ben ik 18 jaar werkzaam geweest als wiskundedocent<br />

in het voortgezet onderwijs. Mijn<br />

interesse in succulenten is voor een deel<br />

beroepsmatig ingegeven. In mijn lessen<br />

gebruikte ik vaak succulenten om duidelijk<br />

te maken dat wiskunde ook in de natuur<br />

veel voorkomt. Dat leverde mij uiteindelijk<br />

bij sommige leerlingen de bijnaam ‘mevrouw<br />

cactus’ op.<br />

Tot zover,<br />

Groet, Miranda<br />

Introductie nieuwe<br />

penningmeester<br />

Beste cactusvrienden,<br />

In september heeft de Algemene Ledenvergadering<br />

mij benoemd als penningmeester.<br />

Voor mij een hele eer.<br />

Ik wil mezelf verder introduceren. Mijn<br />

naam is Jacques Baltis, getrouwd met Gerda<br />

en twee kinderen en een kleinkind. Gerda<br />

en ik wonen in Maastricht. Ik ben 67 jaar en<br />

sinds twee jaar gepensioneerd. De laatste<br />

twintig jaar ben ik werkzaam geweest bij<br />

Rijkswaterstaat als projectmanager grote<br />

projecten. Ik heb eerst wat tijd gebruikt om<br />

aan mijn werkloze leven te wennen voor ik<br />

verder keek naar een nieuwe invulling. Deze<br />

functie kwam beschikbaar en ik pak deze<br />

graag op. Enige kennis van financiën heb ik<br />

omdat ik economie heb gestudeerd.<br />

Inmiddels ben ik ook bijna 40 jaar lid van de<br />

vereniging, dus ik ben goed bekend met de<br />

hobby. Naast mijn cactushobby houd ik me<br />

bezig met fotograferen (inclusief lessen) en<br />

doe ik veel aan sporten, met name fietsen.<br />

Mijn doelstelling voor de komende periode<br />

als penningmeester is uiteraard een goed<br />

beheer. Daarnaast is het heel belangrijk om<br />

te zorgen dat onze vereniging, ook in de<br />

toekomst, financieel op orde blijft. Ook al is<br />

de huidige coronatijd een belemmering<br />

voor ons allen, we blijven toch proberen om<br />

iets moois te maken van onze hobby.<br />

Samen met<br />

de andere<br />

bestuursleden<br />

hoop ik<br />

een goed<br />

team te<br />

vormen.<br />

Jacques<br />

Baltis,<br />

276 92 Verenigingsnieuws <strong>Succulenta</strong> jaargang 99 99(6) <strong>2020</strong>


Introductie nieuw<br />

bestuurslid<br />

Als 15-jarig jongetje begon ik (nu 62) mijn<br />

cactuscarrière, zoals zovelen van ons, met<br />

een cadeau gekregen cactusje. Een Mammillaria<br />

zeilmanniana. Maar echt cadeau kreeg<br />

ik hem niet, ik moest er een aantal uren voor<br />

werken bij de bloemenwinkel vlak om de<br />

hoek. Hij kreeg een mooi plekje in de<br />

vensterbank en elke zaterdag kreeg ik er een<br />

cactusje bij. Een overbuurvrouw, mevr.<br />

Willemse, zag de verzameling op onze<br />

vensterbank groeien en zij bracht mij in<br />

contact met de afdeling Gooi- en Eemland,<br />

waar zij ook lid van was. De eerste vergadering,<br />

die in de Karseboom te Hilversum<br />

gehouden werd, werd voorgezeten door<br />

dhr. Rubingh. Ik genoot van de mooie<br />

plaatjes van de planten die getoond werden.<br />

Dhr. Rubingh nodigde mij in zijn domein te<br />

Soest uit en zo werd een echte liefde voor<br />

cactussen geboren. Na enkele jaren als<br />

junior binnen de afdeling het cactusgif (nee,<br />

geen Temik) tot mij genomen te hebben,<br />

werd het mijn taak om secretaris van de<br />

afdeling te worden, wat ik vele jaren met<br />

plezier gedaan heb. Ook maakte ik in die tijd<br />

vele reizen naar Argentinië en Peru, waar ik<br />

mijn cactuskennis behoorlijk kon uitbreiden.<br />

Begin deze eeuw werd mij door Joop van<br />

Alten gevraagd de website van <strong>Succulenta</strong> te<br />

beheren, wat ik met veel plezier ruim 15 jaar<br />

gedaan heb. Naast de website beheren<br />

digitaliseerde ik ook de tijdschriften die ik<br />

van <strong>Succulenta</strong> ontving.<br />

Het is nu ruim een jaar geleden, net na “100<br />

jaar <strong>Succulenta</strong>”, dat ik door Frans Mommers<br />

benaderd werd om een bestuursfunctie<br />

binnen <strong>Succulenta</strong> op te pakken. Ik moest<br />

hier even over nadenken, omdat ik geen<br />

echte bestuurskennis heb. Bijdragen aan<br />

een mooie club en hierdoor nog meer<br />

mensen kennis te laten maken aan een<br />

mooie hobby, was toch wel een echte<br />

uitdaging. Daarom stemde ik met het<br />

verzoek van Frans in, maar dan wel als<br />

algemeen bestuurslid, zodat ik de nodige<br />

kennis zou kunnen opdoen.<br />

Ik hoop op een mooie tijd samen met mijn<br />

enthousiaste bestuursleden, waarin wij<br />

zullen trachten om, ondanks Covid-19, toch<br />

de belangen van de leden te behartigen.<br />

Paul C. Laney<br />

Introductie nieuw<br />

bestuurslid<br />

Ik had als klein meisje planten op de vensterbank<br />

van mijn kamer, maar een cactus<br />

had ik nog nooit van dichtbij gezien. Ik kreeg<br />

daarom van mijn moeder toen ik 11 was een<br />

cactusje. Een Mammillaria elegans. Ze kocht<br />

er nog een paar en samen stonden ze op<br />

mijn vensterbank. In het voorjaar kregen ze<br />

ineens knoppen en gingen bloeien. Fascinerend.<br />

Daarna ging het snel. Op de markt in<br />

Leiden bleek op zaterdag een stand met<br />

cactussen te staan. Een gulden per stuk.<br />

Daar hoorde ik dat er een vereniging voor<br />

cactusliefhebbers was. Op mijn 15 e werd ik<br />

jeugdlid van <strong>Succulenta</strong> en van de afdeling<br />

Leiden en omstreken. Een jaar later was<br />

vensterbank echt te klein en kwam mijn<br />

eerste kasje.<br />

Na school volgde mijn rechtenstudie dus tijd<br />

genoeg. De verzameling groeide en bloeide.<br />

<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

277 93


Daarna<br />

kwamen<br />

voor mijn<br />

verzameling<br />

de magere<br />

jaren.<br />

Eerste<br />

baan,<br />

verhuizen,<br />

trouwen,<br />

kinderen.<br />

Ondanks<br />

het tijdgebrek<br />

en<br />

soms serieuze verwaarlozing is de verzameling<br />

steeds gebleven en iedere verhuizing<br />

werd het kasje toch stiekem een beetje<br />

groter. Inmiddels zijn er 45 jaar verstreken<br />

sinds dat eerste cactusje. Er wordt niet meer<br />

verhuisd en kleine kinderen worden groot.<br />

Er ontstond weer tijd voor de hobby en<br />

<strong>Succulenta</strong>. Toen Frans mij dan ook vroeg of<br />

ik een bestuursfunctie binnen de vereniging<br />

wilde vervullen, heb ik ja gezegd. Ik kijk er<br />

naar uit om de komende jaren samen met<br />

mijn medebestuursleden mijn uiterste best<br />

doen om de belangen van de vereniging en<br />

haar leden te behartigen.<br />

Saskia Barendregt<br />

Ledenadministratie<br />

september - oktober<br />

In de maanden september en oktober <strong>2020</strong><br />

zijn 10 nieuwe leden ingeschreven.<br />

Bericht van overlijden ontvangen van:<br />

W. Boutens te Goes<br />

K. Olde te Stuifzand<br />

J. Oudshoorn te Sebaldeburen<br />

M. Verhagen te Rotterdam<br />

278 94 Verenigingsnieuws <strong>Succulenta</strong> jaargang 99 99(6) <strong>2020</strong>


<strong>Succulenta</strong> Verenigingsnieuws jaargang <strong>Succulenta</strong> 99 (6) <strong>2020</strong>jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

279 95


Verenigingsnieuws 280 <strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong><br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong> 96


dels wel uitgestorven. Hoe doet de natuur<br />

het dan?<br />

Sclerocactussen groeien in Amerika in een<br />

klimaat dat enige overeenkomt heeft met de<br />

Alpen in Europa. Zaden overwinteren daar<br />

ook onder sneeuw en ijs. Wanneer het voorjaar<br />

wordt, smelt de sneeuw. Er zal een periode<br />

zijn dat het overdag dooit en het in de<br />

nacht weer behoorlijk vriest. Zou het zo kunnen<br />

zijn dat de zaden van de sclerocactussen<br />

dan ‘kapot vriezen’? De harde schil barst<br />

en de zaden kunnen daardoor later makkelijk<br />

ontkiemen?<br />

(Opm. redactie: Onder de link https://www.<br />

researchgate.net/publication/328098402_<br />

Chipping_and_Chemical_Scarification_Ef-<br />

fects_on_Sclerocactus_glaucus_KSchum_LD-<br />

Benson_Cactaceae_Seed_Germination is een<br />

interessant artikel te vinden over het zaaien<br />

van Sclerocactus.)<br />

Mijn zoektocht gaat gewoon door.<br />

Valkhof 64<br />

2261 HS Leidschendam<br />

Email: ajmdekeijzer@gmail.com<br />

Zaaien <strong>2020</strong><br />

***<br />

Ton Smit<br />

Vorig jaar ben ik, na jaren van afwezigheid,<br />

weer lid geworden van <strong>Succulenta</strong>. De verleidingen<br />

waaraan ik bij de jubileumviering<br />

in de Botanische Tuin in Utrecht werd blootgesteld,<br />

waren domweg te groot. Direct besloot<br />

ik ook weer cactussen te zaaien. Dat<br />

is toch een van de leukste elementen van<br />

de hobby. Ik ben een huiskamerkweker met<br />

een koude bak buiten voor de zomer.<br />

Als het zaad eenmaal in huis is, wil je het natuurlijk<br />

zo snel mogelijk aan het zaaisubstraat<br />

toevertrouwen. Hoe eerder gezaaid,<br />

des te meer kans dat ze voldoende body<br />

hebben om de volgende winter te overleven.<br />

Ik heb gezaaid in potjes met een mengsel<br />

van aarde en bims (± 4 mm, achteraf te<br />

groot), dat ik uitbundig besproeide met water<br />

waar ik wat Superol in had opgelost. Ver-<br />

Etiket Soort Zaden Opkomst Opmerking<br />

1 Acanthocalycium erythranthum 20 0<br />

2 Acanthocalycium glaucum 10 8<br />

3 Astrophytum asterias ‘Akabana’ 5 0<br />

4 Blossfeldia flocculosa 50 2<br />

5 Copiapoa calderana 10 8<br />

Extreem klein. Zelfs met een loep nauwelijks te<br />

zien wat boven en onder is.<br />

6 Escobaria 10 4 Klein, groeit erg langzaam<br />

7 Gymnocalycium 20 2 Late opkomst<br />

8 Gymnocalycium 20 15<br />

9 Islaya 20 10<br />

10 Lobivia ferox 20 16<br />

11 Lobivia grandiflora minuta 20 21 Opmerkelijk, 1 extra<br />

12 Neochilenia napina 15 13<br />

13<br />

Pyrrhocactus umadeave marayesensis<br />

20 5 Opkomst pas vanaf 2 maanden, 1 voor 1.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 265


volgens per potje in een plastic boterhamzakje.<br />

De zaaidatum was 24 februari, in een<br />

onverwarmde kamer. Sommige soorten ontkiemden<br />

al binnen twee weken. Een aantal<br />

kwam later, pas na een maand of twee. Dat<br />

kan met de temperatuur te maken hebben,<br />

die in de loop van het voorjaar natuurlijk geleidelijk<br />

omhoog ging.<br />

Een zakje gemengde lithopszaden ging in<br />

een open bak zonder plastic zakje. Daar heb<br />

ik er nu heel veel van. De eerste bladparen<br />

beginnen zich te vormen.<br />

Wat er gebeurde, is in het overzicht op de<br />

vorige pagina weergegeven.<br />

Het is bijzonder hoe exemplaren van eenzelfde<br />

soort soms prima groeien en andere<br />

pas na twee maanden hun eerste doorntjes<br />

maken. De zaailingen staan binnen voor het<br />

raam. Helaas is er sprake van wat algengroei<br />

en tot mijn verbazing zijn er ook wolluisjes,<br />

ondanks dat de potjes verwijderd staan van<br />

de rest van de verzameling. Waar komen die<br />

gasten vandaan? Met de wind?<br />

tsmit70@gmail.com<br />

Afb. 1: Gymnocalycium spegazzinii.<br />

Afb. 2: Copiapoa calderana en Neochilenia<br />

napina.<br />

Afb. 3: Lobivia grandiflora var. minuta.<br />

Afb. 4: Lobivia ferox.<br />

266<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Mijn kennismaking met ……<br />

Echinocereus knippelianus<br />

Peter Knippels<br />

Mijn kennismaking met Echinocereus knippelianus<br />

was tijdens een algemene ledenvergadering<br />

in 1992, waar ik werd voorgesteld<br />

als nieuw bestuurslid van <strong>Succulenta</strong>. Direct<br />

nadat voorzitter Frits van Tricht mij had geïntroduceerd,<br />

stond in de zaal een man op<br />

die met een luide basstem opmerkte dat<br />

er een cactus was die bijna dezelfde naam<br />

droeg: Echinocereus knippelianus. Hij voegde<br />

hieraan toe dat hij niet verwachtte dat deze<br />

plant naar mij was vernoemd. Een hoop gelach<br />

in de zaal. Ik leerde later dat degene die<br />

de opmerking maakte, Jos Vrenken was.<br />

voneinander gesondert, kreisrund, 2 mm im<br />

Durchmesser von kurzem, gekräuseltem,<br />

weißem oder schwach gelblichem Wollfilze<br />

bekleidet.” (Lichaam rechtopstaand zuilvormig,<br />

een beetje piramidevormig, vijfhoekig,<br />

zo’n 7 cm hoog, 4,5 cm in diameter, erg donker,<br />

bijna zwartgroen. Vijf ribben, zeer breed<br />

van elkaar gescheiden door groeven, naar<br />

elkaar toelopend aan de onderkant en nauwelijks<br />

gescheiden, aan de bovenkant afge-<br />

Ik had jaren niet gedacht aan deze cactus,<br />

tot de ELK in 2019. In de verkoopstand van<br />

Hans Biesheuvel viel mijn oog op enkele<br />

exemplaren van E. knippelianus subsp. kruegeri.<br />

Ik kon niet anders dan een exemplaar<br />

kopen. Ik had me van tevoren voorgenomen<br />

niet te veel te kopen. Mijn kas was redelijk<br />

vol, maar er zou wel plek zijn voor deze (bijna-)naamgenoot.<br />

C. Liebner beschrijft als eerste de soort E.<br />

knippelianus in zijn artikel ‘Echinocereus<br />

Knippelianus, eine neue Art’, gepubliceerd<br />

in het oktobernummer 1895 van het ‘Monatsschrift<br />

für Kakteenkunde’. Hij beschrijft<br />

de plant als ”Körper einfach aufrecht säulenförmig,<br />

ein wenig ins Pyramidenförmige,<br />

fünfkantig, das vorliegende Stück 7 cm<br />

hoch, 4,5 cm im Durchmesser, sehr dunkel,<br />

fast schwarzgrün. Rippen 5, sehr breit<br />

durch schwache Längsfurchen voneinander<br />

gesondert, unten zusammenlaufend<br />

und kaum geschieden, oben gerundet mit<br />

schwach eingesenktem Scheitel, der mit äußerst<br />

schwachem, weißem Wollfilze bekleidet,<br />

aber von Stachel nicht verdeckt ist.<br />

Areolen durch schwache Buchten voneinander<br />

getrennt auf niedrigen Höckern, 5-8 mm<br />

Afb. 1: Afbeelding van Echinocereus knippelianus<br />

bij artikel van Liebner in het<br />

oktobernummer 1895 van het<br />

‘Monatsschrift für Kakteenkunde’.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 267


Afb. 2: 22 maart <strong>2020</strong>: de eerste bloemknop is<br />

zichtbaar in de kop van E. knippelianus<br />

subsp. kruegeri.<br />

rond met een enigszins afgeplatte top, die<br />

bekleed is met extreem zwakke, witte plukjes<br />

wol, maar niet bedekt is met doorns.<br />

Areolen van elkaar gescheiden door zwakke<br />

inkepingen op lage bulten, met een onderlinge<br />

afstand van 5 tot 8 mm, rond, met<br />

een diameter van 2 mm bedekt met kort, gekroesd,<br />

wit of lichtgeel wolvilt).<br />

Liebner schrijft niets over de bloemen: vorm,<br />

kleur(en), stand. De tekening bij het artikel<br />

laat een niet-bloeiende plant zien. Dat is niet<br />

verwonderlijk, wetende dat de plant eerder<br />

dat jaar uit Mexico was ingevoerd door<br />

de Duitse kweker Knippel. Hij had nog geen<br />

bloemen gezien en wist dus gewoonweg niet<br />

hoe ze er uitzagen.<br />

Er zijn drie subspecies beschreven. In de<br />

eerste plaats subsp. knippelianus. E. knippelianus<br />

subsp. kruegeri is in 1978 beschreven<br />

en kan getypeerd worden als een miniatuurvorm<br />

met een afgeplatte groene zuil, zachte<br />

borstelachtige doorns en witte tot vleeskleurige<br />

bloemen, die in de kop van de plant<br />

staan. E. knippelianus subsp. reyesii kun je<br />

herkennen aan de langere, stijve doorns en<br />

aan de donkerroze bloemen die in de kop<br />

Afb. 3: 19 april <strong>2020</strong>: twee bloemen van E. knippelianus<br />

subsp. kruegeri staan volledig<br />

open. De bloemen zijn een dag na elkaar<br />

open gegaan.<br />

van de plant staan. Wil je meer lezen over E.<br />

knippelianus? Dan kan ik het artikel ‘Echninocereus<br />

knippelianus: de gezwollen dwergtoortscactus’<br />

geschreven door Theo Heijnsdijk<br />

en verschenen in het augustus 2010<br />

nummer van <strong>Succulenta</strong> aanraden.<br />

Het laatste uitgebreide artikel over deze<br />

soort is ‘Der Echinocereus knippelianus-Komplex’,<br />

verschenen in Der Echinocereenfreund<br />

uit 2014. Het artikel is geschreven door<br />

Klaus Breckwoldt en Michael Lange. De Echinocereenfreund<br />

is een uitgave van de Arbeitsgruppe<br />

Echinocereus van de Deutsche<br />

Kakteen-Gesellschaft e.V.. In dit artikel wordt<br />

behalve de subspecies knippelianus, kruegeri<br />

en reyesii ook nog een vierde subspecies<br />

opgevoerd, namelijk subsp. kaplanii. Deze<br />

subspecies wordt echter niet erkend, omdat<br />

het herbariummateriaal niet aan de regels<br />

voldoet. Uit de beschrijving blijkt verder dat<br />

het eigenlijk om een synoniem van subsp.<br />

knippelianus gaat.<br />

Nog iets over het kweken. Ik heb één E. knippelianus<br />

subsp. reyesii, die op eigen wortel<br />

staat. De plant staat in de koude kas, waar<br />

de temperatuur in de winter zakt tot 2-3 o C.<br />

268<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Afb. 4: Echinocereus knippelianus subsp. kruegeri.<br />

Foto: H. Ruinaard<br />

Uit de literatuur blijkt dat E. knippelianus een<br />

sterke plant is die wel tegen een paar graden<br />

vorst kan. Daarnaast kunnen ze goed tegen<br />

hoge temperaturen. In de natuur kunnen<br />

ze droge perioden overleven dankzij de<br />

penwortel waarmee ze zich terugtrekken in<br />

de grond. De planten staan in de natuur in<br />

- na zware regenval - drassige bodems en<br />

groeien tussen het gras en andere vegetatie.<br />

Je ziet ze waarschijnlijk alleen als ze in bloei<br />

staan, anders vallen ze niet op.<br />

Binnen het geslacht Echinocereus behoort E.<br />

knippelianus tot de vroege bloeiers. In een<br />

vorstvrije kas begint de knopvorming al half<br />

maart. Op warme dagen (temperatuur in de<br />

kas hoger dan 25 °C) kan er al geneveld en/<br />

of water worden gegeven.<br />

Met dank aan Henk Ruinaard voor het meelezen<br />

en becommentariëren van de tekst en<br />

voor het delen van zijn ervaringen met het<br />

kweken van deze plant.<br />

Literatuur<br />

Breckwoldt, K. en M. Lange (2014). Der Echinocereus<br />

knippelianus-Komplex, Der Echinocereenfreund<br />

27 (2): 31-68.<br />

Heijnsdijk, Th. (2010). Echinocereus knippelianus:<br />

de gezwollen dwergtoortscactus,<br />

<strong>Succulenta</strong> 89 (4): 147-149.<br />

Liebner, C. (1895). Echinocereus Knippelianus,<br />

eine neue Art, Monatsschrift für Kakteenkunde<br />

5: 170-171.<br />

Tenzij anders vermeld, foto’s van de schrijver.<br />

info@bloembol.info<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 269


Hygiëne in de kas<br />

Henk Ruinaard<br />

Als ik dit schrijf, is het 15 augustus <strong>2020</strong> en zitten we in de ‘hondsdagen’. Kenmerkend<br />

voor de hondsdagen is dat het vaak erg warm is, hetgeen gepaard gaat met voedselbederf,<br />

vliegen, wespen, fruitvliegjes en maden op onbeschermde vleesresten. Een periode<br />

waarin hygiëne in huis en tuin van groot belang zijn. Hoe zit het dan met de hygiëne in<br />

de kas?<br />

Citaat uit Wikipedia: “De hondsdagen is een<br />

aanduiding van de periode van ongeveer 20<br />

juli tot 20 augustus. De naam is gerelateerd<br />

aan het sterrenbeeld Grote Hond. De heldere<br />

ster Sirius van dat sterrenbeeld komt dan<br />

net voor de Zon op en is dan terug te zien<br />

aan de ochtendhemel. In Nederland en België<br />

is deze periode gemiddeld de warmste<br />

van het jaar. De term ‘hondsdag’ vindt zijn<br />

oorsprong in een astronomisch gegeven,<br />

als dag in de periode van de hondsdagen.<br />

Vanwege het karakter van de hondsdagen<br />

als typisch warmste periode van de zomer,<br />

zijn er bijkomend ook meteorologische betekenissen<br />

ontstaan. In Nederland duidt<br />

men met hondsdag weleens informeel een<br />

hete dag aan, typisch voor de periode van<br />

de hondsdagen. Het is geen gedefinieerde<br />

meteorologische term. Men gebruikt bij het<br />

KNMI de term ‘tropische dag’ voor een dag<br />

waarop de maximumtemperatuur 30 °C of<br />

meer bereikt”.<br />

Behalve in de hondsdagen zitten we ook nog<br />

in de ‘coronatijd’. Dat betekent: afstand houden<br />

en extra hygiëne, zoals handen wassen,<br />

winkelwagentjes ontsmetten en mondkapjes<br />

dragen. Gelukkig hoeft dat allemaal niet als<br />

je in je eigen kas je planten verzorgt, maar<br />

aandacht voor hygiëne kan geen kwaad.<br />

Wat kan er dan allemaal misgaan met hygiëne<br />

in de kas? Eigenlijk heel veel, zonder dat<br />

we ons daar altijd van bewust zijn. Wat we<br />

in elk geval niet willen, is ongedierte, schimmels,<br />

virussen, onkruiden en mossen (zie<br />

Handleiding pag. 121 - 128).<br />

Al deze ziekten en plagen hebben bederfelijk<br />

afval als ‘woonplaats’, zoals: afgevallen bladeren,<br />

bloemresten, stof en zand, ophopingen<br />

van overbodige artikelen en gebruikte<br />

potten. Overal waar rommel en afval is,<br />

vind je pissebedden, mieren, muizen, slakken,<br />

torren, oorwormen, spinnen, vliegen,<br />

schimmels, wol- en wortelluizen, mossen en<br />

onkruid. Hoewel die niet allemaal schadelijk<br />

zijn voor cactussen, is het beter om ze te weren<br />

of te verwijderen.<br />

Hygiëne in de kas begint bij een schone opgeruimde<br />

vloer. Een bestrating bestaande<br />

uit trottoirtegels is minder goed schoon te<br />

houden omdat er vanuit de bodem van alles<br />

(wormen) omhoog kan kruipen. Een betonvloer<br />

is een stuk beter, maar geglazuurde tegels<br />

op een betonvloer is het mooiste en het<br />

beste schoon te houden. Een tegelvloer kun<br />

je perfect schoonhouden met een stofzuiger<br />

of een tuinslang met tuinspuit.<br />

Het regelmatig verwijderen van afgestorven<br />

plantendelen, uitgebloeide bloemen,<br />

achtergebleven zaadbessen en dode insecten<br />

is een voorwaarde voor het voorkomen<br />

van schimmels in de winter als de temperatuur<br />

relatief laag en het vochtgehalte relatief<br />

hoog is. Schimmels slaan altijd toe op<br />

de zwakste delen van de plant. Dat zijn met<br />

name die afgestorven plantendelen, zoals<br />

bloem- en vruchtresten. Voor de liefhebbers<br />

met een grote kas is het een enorm tijdrovend<br />

karwei om de afgestorven plantendelen<br />

te verwijderen (afb. 1). Echter, visueel<br />

zijn al die verdroogde bloemresten ook niet<br />

aan te bevelen (afb. 2). Ook dat is een reden<br />

om ze te verwijderen. Hetzelfde geldt<br />

270<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


wel bestand tegen de aanval van<br />

schimmels, maar als de schimmels<br />

binnendringen via de wonden<br />

van afgestorven plantendelen,<br />

wordt het gezonde weefsel<br />

ook geïnfecteerd en ontstaan er<br />

bruine ‘rottingsplekken’ aan de<br />

plant.<br />

Afb. 1: Emmer vol uitgebloeide bloemen.<br />

Het lijkt overdreven om de vloer<br />

van je kas te betegelen. Het is<br />

immers geen afdeling voor intensive<br />

care; hij hoeft niet steriel<br />

te zijn. Toch ken ik een paar<br />

voorbeelden van kassen met<br />

betegelde vloeren die er zeer<br />

schoon en opgeruimd uitzien.<br />

Een schone opgeruimde kas kan<br />

in de winter een goede bijdrage<br />

leveren aan het voorkomen van<br />

schimmelvorming.<br />

Literatuur<br />

Heijnsdijk, T. et al. (2019). Cactussen<br />

en vetplanten, een<br />

handleiding. Uitgave <strong>Succulenta</strong>.<br />

Afb. 2: Uitgebloeide bloemen.<br />

voor zaadbessen die ‘spontaan’ ontstaan zijn. Dit zijn de<br />

boosdoeners die als eerste gaan schimmelen als ze ’s<br />

winters vochtig blijven.<br />

Tenslotte zijn het vermijden van bederfelijk afval op de<br />

vloer en tussen de potten en het vroegtijdig verwijderen<br />

van onkruid de beste methoden om de hygiëne in<br />

de kas op peil te houden. Gezonde plantendelen zijn<br />

henk.ruinaard@ziggo.nl<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 271


Het geslacht Weingartia<br />

Populaties met een LB-nummer (6)<br />

Ludwig Bercht<br />

Vanuit Sucre is een tocht naar Sotomayor aan de Rio Pilcomayo en retour een prachtige<br />

daginvulling. Voorbij Yamparaez aan de weg van Sucre naar de toeristenplaats Tarabuco<br />

gaat een ongeveer 38 km lange weg zuidwaarts naar Sotomayor. Verschillende malen zijn<br />

we gestopt om naar cactussen te kijken en aan het einde te genieten van het panorama aan<br />

de Rio Pilcomayo.<br />

LB 3605 – W. neocumingii<br />

Deze weingartia, groeiend op de rotsen boven de Rio Khata Mayu bij Khota, hadden we al in<br />

2005 gevonden. Het veldnummer van toen is LB 2971. De hier sympatrisch groeiende Parodia<br />

multicostata Ritt. & Jelinek (LB 3604) is al in 1958 door Ritter gevonden, maar pas in 1980<br />

beschreven.<br />

272<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


LB 3607 – W. neocumingii<br />

Zo’n 5 km ten zuiden van Khota zien we witte plukjes in de rotswand. We denken ogenblikkelijk<br />

aan blossfeldia’s en dit blijkt juist. We nemen veel foto’s van deze fascinerende plantjes.<br />

Op de rotswand groeien gymno’s, echinopsissen en ook weingartia’s.<br />

De coördinaten (opgenomen bij een later bezoek) zijn 19°16.05’ Z 65°00.57’ W en de hoogte<br />

is 2530 m.<br />

LB 3610 – W. neocumingii<br />

De weg verloopt verder langs de rotsen aan de rand van een rivierbedding. Voordat we aankomen<br />

in Sotomayor, een dorp aan de Rio Pilcomayo, vinden we deze weingartia 3 km ten<br />

noorden ervan. Gymnocalycium ontbreekt ook hier niet.<br />

LB 3610 LB 3612<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 273


LB 3612 – W. neocumingii<br />

Direct aan de noordrand van het dorp Sotomayor vinden we opnieuw gymno’s en weingartia’s,<br />

maar nu ook geweldige zuilcactussen (Neoraimondia herzogiana).<br />

LB 3614 – W. neocumingii<br />

Aan de Rio Pilcomayo op een licht glooiende helling ten westen van Sotomayor groeien weer<br />

dezelfde weingartia en gymnocalycium. Imposante zuilen van Neoraimondia herzogiana domineren<br />

het landschap.<br />

274<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


De Rio Pilcomayo<br />

LB 3625 – W. neocumingii<br />

Als toerist moet je Tarabuco en vooral de markt gedaan hebben. De plaats ligt zo’n 60 wegkilometers<br />

ten oosten van Sucre. Vanaf hier voert een weg naar het zuidoosten, naar Icla. Op<br />

de locatie waar we stoppen, 5 km ten noorden van Icla, vinden we een verscheidenheid aan<br />

bolcactussen: Lobivia, Parodia, Echinopsis en Weingartia. Daarnaast ook nog Cleistocactus en<br />

zuilcactussen.<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 275


LB 3627<br />

Eenzelfde palet aan cactussoorten is ook direct ten zuiden van Icla te vinden, hier wel aangevuld<br />

met gymno’s.<br />

LB 3639 – W. gracilispina<br />

Aan de weg van Potosi naar Sucre, daar waar de weg het dal van de Rio Chico verlaat, vindt<br />

Friedrich Ritter in 1959 weingartia’s die hij in 1980 beschrijft als W. gracilispina. Het is dan<br />

ook niet moeilijk om onze vondst hiermee te identificeren. We treffen hier eveneens Echinopsis<br />

sucrensis aan en bij een later bezoek vinden we hier ook parodia’s. Bij dat latere bezoek<br />

kunnen we de coördinaten vastleggen: 19°00.36’ Z 65°10.44’ W.<br />

Wordt vervolgd.<br />

276<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Mist (3)<br />

Mexico, Baja California<br />

Paul Klaassen<br />

In Baja California kruist de Kreeftskeerkring<br />

de Pacifische kust net ten zuiden van Todos<br />

Santos. Dit is een droog gebied (250-500<br />

mm neerslag per jaar), maar kan niet aangemerkt<br />

worden als een woestijn. Daarvoor<br />

moet de jaarlijkse neerslag minder dan 250<br />

mm zijn. Iedere keer dat ik hier ben geweest,<br />

scheen de zon fel. Maar in het ca. 250 km<br />

noordelijker gelegen San Carlos en op het<br />

daar voor de kust liggende Isla Magdalena,<br />

alsmede in de Vizcaino-woestijn, ten zuiden<br />

van Guerrero Negro, nog zo’n 300 km verder<br />

naar het noorden, is ochtendmist aan de<br />

orde van de dag. De kapitein van de panga<br />

(een vissersboot), die ons naar Isla Magdalena<br />

zou brengen, belde vroeg in de ochtend<br />

om onze tocht te annuleren – zijn SatNav<br />

werkte niet in de mist. “Geeft niet, de onze<br />

doen het wel!” Ieder van ons heeft namelijk<br />

een GPS-apparaat bij zich om vast te leggen<br />

waar belangrijke planten te zien zijn.<br />

Het woestijneiland Magdalena is een klein,<br />

langgerekt eiland voor de kust van Baja California<br />

bij San Carlos. Het herbergt een gro-<br />

Afb. 1: Mammillaria (Cochemiea) halei, druipend<br />

van het vocht<br />

te verscheidenheid aan succulente planten.<br />

Prachtig om te zien was Mammillaria (Cochemiea)<br />

halei, druipend van het vocht veroorzaakt<br />

door de dichte mist (afb. 1). De lijst van<br />

succulente planten die op dit eiland voorko-<br />

Afb. 2: Pachycormus discolor var. veatchiana<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 277


Afb. 3: Alain Buffel tussen de kruipende duivels, Stenocereus eruca.<br />

men, omvat Agave margaritae, Bursera microphylla,<br />

Cylindropuntia cholla, Dudleya albiflora,<br />

Echinocereus barthelowanus, Fouquieria<br />

splendens, Grusonia santamaria, Mammillaria<br />

dioica, Opuntia pycnantha, O. margaritana,<br />

Pachycormus discolor, Pedilanthus macrocarpus,<br />

Peniocereus striatus ‘diguetii’ en Stenocereus<br />

(Machaerocereus) gummosus.<br />

Ook bezochten we het eiland Cedros, gelegen<br />

ten noordwesten van de Vizcaino-woestijn.<br />

Hier zagen we op het strand een prachtig<br />

exemplaar van Pachycormus discolor var.<br />

veatchiana, gevormd door de heersende<br />

wind vanaf de Stille Oceaan (afb. 2). We konden<br />

hier ook fotograferen Agave sebastiana,<br />

Dudleya acuminata, D. albiflora, Echinocereus<br />

maritimus, Mammillaria (Cochemiea) pondii,<br />

M. goodridgii en Opuntia oricola.<br />

Vonden we op Isla Magdalena Stenocereus<br />

gummosus, op het vasteland aan de weg<br />

van San Carlos naar Ciudad Constitución zagen<br />

we de naaste verwant S. eruca (afb. 3).<br />

Hij doet zijn naam ‘creeping devil’ (kruipende<br />

duivel) eer aan. De menselijke ‘creeping<br />

devil’ op de afbeelding is mijn vriend Alain<br />

Buffel uit Oostende, België. Samengroeiend<br />

met S. eruca vinden we verschillende soorten<br />

Cylindropuntia, Ferocactus townsendianus<br />

en Mammillaria dioica.<br />

(slot volgt)<br />

278<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Boekbespreking<br />

Ludwig Bercht<br />

Monocotyledons – second edition<br />

Volume 1: Families Agavaceae to Asphodelaceae<br />

Volume 2: Families Bromeliaceae to Xanthorrhoeaceae<br />

Hoofdauteurs: Urs Eggli en Reto Nyffeler<br />

Bijdragen van 20 specialisten als (mede)auteur<br />

van een bepaalde familie<br />

Uitgave van Springer Verlag, Berlijn, 2019, 38<br />

inleidende pagina’s, hoofdtekst 1462 pagina’s,<br />

339 afbeeldingen en 12 tabellen. Formaat<br />

18,5 x 25 cm, hard kaft, taal Engels.<br />

ISBN 978-3-662-56484-4<br />

Prijs: circa € 380 (afhankelijk van de verzendkosten).<br />

Deze uitgave in de serie Illustrated Handbook<br />

of Succulent Plants is een volledig herziene<br />

en sterk uitgebreide versie van de in<br />

2001 verschenen Band 1 Einkeimblättrige<br />

Pflanzen (Monocotyledonen) als onderdeel<br />

van Sukkulenten-Lexikon. Die eerste editie<br />

bedroeg toen slechts 367 pagina’s. Zoals de<br />

titel al zegt, het behandelt de eenzaadlobbigen<br />

en daarvan uitsluitend de succulente<br />

soorten.<br />

In de inleidende pagina’s wordt (kort) ingegaan<br />

op wat succulenten zijn en wat succulentie<br />

is, hoe de beide delen te gebruiken<br />

zijn en verdere uitleg over de opzet. In de index<br />

zijn alle (geldig) beschreven namen opgenomen<br />

alsmede (zo volledig mogelijk) de<br />

ongeldige namen of de in de synonymie gestelde<br />

benamingen.<br />

Bij de indeling van de families, geslachten<br />

en soorten is de laatste stand van zaken gevolgd.<br />

Soms is dat even zoeken naar een<br />

bepaalde soort, als die volgens de huidige<br />

opvattingen en die van de auteurs in de synonymie<br />

is geplaatst.<br />

Elke soort wordt volgens een standaardbeschrijving<br />

opgevoerd. Alhoewel het een<br />

zeer omvangrijk boekwerk is geworden, is<br />

het aantal afbeeldingen zeer schamel. Juist<br />

afbeeldingen geven vaak een veel beter inzicht<br />

hoe een plant er uitziet. De literatuurverwijzingen<br />

zijn uitstekend verzorgd.<br />

Aan de uitgave heeft ook een Nederlander<br />

meegewerkt: drs. Eric Gouda van de Utrechtse<br />

Botanische Tuinen voor het onderdeel<br />

Bromeliaceae.<br />

Bent u geïnteresseerd in een zeer goed<br />

overzicht van de succulente monocotylen,<br />

dan is dit boek zeer aan te bevelen. Denk er<br />

voor uw boekenkast wel aan dat de twee delen<br />

samen 3,3 kg wegen.<br />

Veerweg 18<br />

4024 BP Eck en Wiel<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 279


SUCCULENTENNIEUWTJES<br />

Wolter ten Hoeve<br />

In Piante Grasse (39-4) brengt Aldo<br />

Delladdio verslag uit van een driedaagse<br />

trektocht, welke als doel had om de in<br />

2018 beschreven Thelocactus tepelmemensis<br />

live te kunnen aanschouwen. Met hulp<br />

van een lokale gids werd de juiste route<br />

naar de canyon gevonden en diep in de canyon<br />

kon de thelocactus geobserveerd worden.<br />

Een interview met Olovea Kia Oro, een<br />

in Thailand woonachtige liefhebber van de<br />

Asclepiadaceae, wordt vergezeld van prachtige<br />

foto’s. Volker Dornig schrijft over Euphorbia<br />

schoenlandii. De in Lessinia, in het<br />

noorden van Italië, voorkomende hybride<br />

Sempervivum x fauconnetii wordt door Marco<br />

Cristini voor het voetlicht gebracht. De<br />

bijdrage van Lorenzo Stocco handelt over<br />

zijn pogingen om hybriden te realiseren tussen<br />

soorten uit de geslachten Nananthus en<br />

Aloinopsis.<br />

Cactus and Succulent Journal (91-4) begint<br />

met een ruim 20 pagina’s tellend artikel<br />

over succulenten in het noordoosten<br />

van Zuid-Afrika. Fred Dortort heeft dit gebied<br />

met enkele anderen bereisd en kwam<br />

daar allerlei succulenten tegen. Het reisverslag<br />

is gelardeerd met talrijke plantenfoto’s.<br />

Tephrocactus abditus wordt als nieuwe<br />

soort beschreven door Zlatko Janeba en David<br />

Ferguson. Deze zeer kleinblijvende tefrocactus<br />

werd ontdekt in 1990 en komt voor<br />

in de Argentijnse provincie Salta. T. abditus<br />

is verwant aan T. weberi en de variëteit deminutus.<br />

Brian Kemble bespreekt vijf minder<br />

gangbare mesems, te weten Hartmanthus<br />

pergamentaceus, Ruschia marianae, Cephalophyllum<br />

subulatoides, Didymaotus lapidiformis<br />

en Gibbaeum heathii. Elke soort wordt<br />

in bloei afgebeeld in haar natuurlijke omgeving.<br />

In de rubriek ‘Pushing the limits’ van<br />

Leo Chance gaat het deze keer over het kweken<br />

van cactussen in containers. De auteur,<br />

woonachtig in Colorado, somt daarvan<br />

de voordelen op en toont een aantal voor-<br />

beelden bij de Carnahans, waar de cactussen<br />

in allerlei containers staan. Zo doet een<br />

Escobaria sneedii var. leei het bijzonder goed<br />

in een afgedankte toiletpot. Het gebruiken<br />

van de bloeiwijze van Agave angustifolia als<br />

kerstboom in de Mexicaanse staat Veracruz<br />

wordt door Arzaba-Villalba, Luna-Cavazos en<br />

Chazaro-Basañez toegelicht. Richard Schreiber<br />

woont in de Amerikaanse staat Iowa,<br />

waar het ’s winters erg koud en ’s zomers<br />

erg heet kan zijn. Hij doet uit de doeken hoe<br />

hij daar een kas gebouwd heeft en waar zo’n<br />

kas het beste aan kan voldoen. Elton Roberts<br />

focust in zijn bijdrage op geel bloeiende<br />

mammillaria’s, in dit geval soorten die<br />

vroeger als dolichothele door het leven gingen.<br />

Er volgen portretten en beschrijvingen<br />

van M. longimamma, M. sphaerica, M. melaleuca,<br />

M. surculosa en M. baumii.<br />

Peter van Wyk brengt in Avonia (37-4) de<br />

Kortdooring Vlakte onder de aandacht en<br />

dan met name de succulenten, die in dit<br />

noordwestelijke puntje van Zuid-Afrika voorkomen.<br />

Peters verre voorouders zijn 150<br />

jaar geleden naar dit gebied getrokken en<br />

hebben langs de Oranjerivier een boerenbedrijf<br />

opgezet. In dit vrij kleine gebied, de<br />

droogste streek van Zuid-Afrika, komen<br />

toch talrijke succulenten voor, waarvan de<br />

auteur een flink aantal, veelal bloeiend, in<br />

hun natuurlijke omgeving laat zien. Fernando<br />

Aurigue stelt vier medicinale hoya’s<br />

van de Filipijnen voor. Het betreft Hoya<br />

meliflua, H. imbricata, H. coriacea en H. diversifolia.<br />

George Thomson heeft een maand<br />

op Nieuw-Zeeland doorgebracht om enkele<br />

gebieden met succulenten te onderzoeken,<br />

zowel op het Noordereiland als op het<br />

Zuidereiland. Het overgrote deel van de succulenten<br />

is afkomstig uit andere gebieden,<br />

maar dat geldt ook voor de bevolking. Vooral<br />

de Canarische Eilanden hebben hun bijdrage<br />

geleverd aan de succulente bevolking<br />

van Nieuw-Zeeland. Thomson beschrijft op<br />

280<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


vrij gedetailleerde wijze welke succulenten<br />

hij waar tegenkwam. Duizenden kilometers<br />

naar het oosten heeft Nelson Cieza Padilla<br />

de omgeving van Cajamarca in Peru bereisd<br />

en hij schrijft over de twee echeveria’s die<br />

daar groeien, namelijk Echeveria oreophila en<br />

E. eurichlamys. Harald en Anja Jainta zijn, wederom<br />

duizenden kilometers naar het oosten,<br />

in 2019 in Zuid-Afrika op zoek geweest<br />

naar lithopsen. Op 20 pagina’s worden bijna<br />

evenveel soorten lithops voorgesteld in hun<br />

natuurlijke omgeving. Van de meeste soorten<br />

wordt een bloeiend exemplaar getoond.<br />

Een beschrijving van de locatie van elke<br />

soort wordt gegeven. Valerio Barbone geeft<br />

een overzicht van substraten, welke geschikt<br />

zijn voor succulenten.<br />

Het Duitse Mammillaria (43-4) bevat allerlei<br />

artikelen over mammillaria’s en verwante<br />

cactusgeslachten. Elton Roberts<br />

schildert een uitgebreid portret van Mammillaria<br />

densispina. Klaus Rebmann is toe<br />

aan deel 2 over de mammillaria’s die op het<br />

conto van Scheidweiler geschreven kunnen<br />

worden. Daaronder vallen M. versicolor<br />

(veelal als synoniem van M. magnimamma<br />

gezien) en M. zephyrantoides. Verder<br />

bespreekt hij enkele, als dubieus beschouwde,<br />

soorten van Scheidweiler. De in een vorig<br />

nummer beschreven Neolloydia viescaensis<br />

krijgt geducht commentaar te verwerken<br />

van Grzegorz Matuszewski. Volgens hem is<br />

deze soort niet meer dan een herbeschrijving<br />

van N. ceratites. Verder beargumenteert<br />

Matuszewski dat N. matehualensis een valide<br />

soort is en niet een synoniem van N. conoidea.<br />

Een artikel van Juan Miguel Artigas Azas<br />

focust op M. erythrosperma in de vrije natuur<br />

van de staat San Luis Potosí. Coryphantha<br />

vogtherriana werd in twee recente nummers<br />

van Mammillaria genoemd. Erich Schrempf<br />

geeft hierop commentaar. Volgens hem tonen<br />

de recente artikelen niet C. vogtherriana,<br />

maar C. georgii. Othmar Appenzeller wijdt<br />

enkele pagina’s aan de onlangs overleden<br />

Gordon Rowley.<br />

Thomas Brand neemt de lezer in Kakteen<br />

und andere Sukkulenten (71-3) mee<br />

naar de in 1816 gestichte botanische tuin<br />

van Sydney. In deze vrij toegankelijke tuin,<br />

met uitzicht op het beroemde Sydney Opera<br />

House, is 1800 m 2 besteed aan cactussen<br />

en vetplanten. Een nieuwe ondersoort<br />

van Pilosocereus jauruensis, namelijk subsp.<br />

cincinnopetalus, wordt in het leven geroepen<br />

door Pierre Braun en Eddie en Richard<br />

Esteves Pereira. Het uit het middenwesten<br />

van Brazilië afkomstige taxon werd al in<br />

1975 ontdekt door Eddie Esteves. Om diverse<br />

redenen, o.a. dat P. jauruensis jarenlang<br />

niet als zelfstandige soort beschouwd werd,<br />

bleef een beschrijving van de ondersoort<br />

achterwege. Matthias Kist buigt zich over de<br />

vraag naar de zin en het doel van het cefalium<br />

van melocactussen. Zijn opmerkingen<br />

overstijgen niet het theoretische stadium.<br />

De Karteikarten bieden plaats aan Coryphantha<br />

difficilis en Coryphantha neglecta. De in<br />

het oosten van Bolivia voorkomende Frailea<br />

chiquitana is door Volker Schädlich met een<br />

bezoek vereerd, dit om te zien of de planten<br />

op de typevindplaats solitair blijven of spruiten.<br />

In de oorspronkelijke beschrijving worden<br />

namelijk beide opties vermeld. Op alle<br />

locaties waar deze soort gevonden werd, inclusief<br />

wat waarschijnlijk de typevindplaats<br />

is, werden geen spruitende planten aangetroffen.<br />

Henri Dubas kweekt zijn planten op<br />

een balkon. Een van die planten wordt door<br />

hem belicht, namelijk Astrophytum caput-medusae.<br />

Deze cactus groeit op eigen wortel en<br />

produceert geregeld tweelingbloemen, twee<br />

knoppen ontstaan namelijk vlak naast elkaar<br />

op een tuberkel.<br />

Vreebergen 2<br />

9403 ES Assen<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 281


Summary<br />

Rob Bregman<br />

Ben Wijffelaars leads things off with his report of the<br />

latest general meeting. Due to the Corona crisis, only<br />

23 members were allowed to attend.<br />

In his ongoing series of articles concerning the<br />

old ‘Verkade’ handbooks from the 1930s’, Theo<br />

Heijnsdijk deals with Gymnocalycium saglionis, a wellknown<br />

cactus from northern Argentina. This plant<br />

was first described in 1847 by the French brothers<br />

Cels as Echinocactus saglionis. In 1922 it was transferred<br />

to the genus Gymnocalycium by Britton and Rose.<br />

In the beginning of the 20th century the Belgian grower<br />

Franz De Laet played an imported role in distributing<br />

the plant through Europe. Since then, quite a<br />

number of infraspecific taxa have been described: G.<br />

saglionis var. minus (smaller body), var. australe (southern<br />

form), forma<br />

splendens (with glassy spination and rose-colored flowers),<br />

forma columnare (columnar plant body) and G.<br />

saglionis subsp. tilcarense (with more ribs and denser<br />

spination). All these plants are easy to cultivate. A remarkable<br />

character is the fact that the pollen can be<br />

used to pollinate other Gymnocalycium species; no<br />

hybridization is taking place.<br />

In part 112 of his contributions named ‘In the spotlight’,<br />

Bertus Spee shows us 4 attractive succulents.<br />

This time it is Agave bracteosa, Aloe dichotoma,<br />

Soehrensia bruchii and Sedum dendroideum. Some relevant<br />

information is also given.<br />

Peter Knippels deals with the work in his greenhouse<br />

in november-<strong>december</strong>. Apart from the regular<br />

work, he focuses on fungus damage in his euphorbias,<br />

peach aphids in his baobabs, cultivation of Melocactus<br />

seedlings and making plans for next year. He<br />

also reports about his visits to botanical gardens in<br />

Vienna, Berlin and London (Kew).<br />

Henk Viscaal got 2 specimens of Mammillaria pennispinosa<br />

from the German Andreas Wessner. Both<br />

plants, which differ in spination, are shown.<br />

Bert de Keijzer noticed that in nature cacti often<br />

grow on rocky slopes or in rock crevices. So he carried<br />

out experiments with more rock pieces and stones<br />

in the compost of his cacti (Chilean species). Furthermore,<br />

he changed from compost to bims for his<br />

sowing experiments, which gave better results. His<br />

future plan is to expose cactus seeds to cold in order<br />

to imitate natural mountainous conditions.<br />

Another report about sowing cacti is brought by Ton<br />

Smit. He monitored the germination of 13 species.<br />

Because of his name Peter Knippels got interested in<br />

Echinocereus knippelianus (named after the German<br />

grower Knippel), a cactus first described in 1895.<br />

Three subspecies are known, viz. subsp. knippelianus,<br />

subsp. kruegeri (a small form) and subsp. reyesii (with<br />

longer spines and dark rose flowers).<br />

Henk Ruinaard points out the importance of keeping<br />

the greenhouse clean. Especially in this time of the<br />

year, all kinds of inconveniences such as viruses, fungi,<br />

mosses, weeds and bugs may flourish. To prevent<br />

fungi, we should remove dead plant parts, blown flowers,<br />

fruits and dead insects.<br />

Ludwig Bercht presents part 6 of his overview of the<br />

weingartias he found during his field work in Bolivia.<br />

This part includes 6 populations of W. neocumingii<br />

and 1 of W. gracilispina. The plants, provided with<br />

Ludwig’s LB field numbers, are shown in their natural<br />

habitats.<br />

In arid coastal areas many cacti take advantage<br />

of sea fog by absorbing condensed water droplets<br />

at their spines. Paul Klaassen visited the islands<br />

Magdalena and Cedros, situated nearby the Mexican<br />

peninsula of Baja California. He reports about some<br />

species that he found there.<br />

Ludwig Bercht reviews the new handbook entitled<br />

Monocotyledons volume 1, edited by Urs Eggli and<br />

Reto Nyffeler. This is the revised and extended version<br />

of the 2001 German edition. It covers the families<br />

Agavaceae to Asphodelaceae. Unfortunately, the<br />

number of illustrations is a bit shabby.<br />

Wolter ten Hoeve summarizes the contents of other<br />

journals on succulent plants.<br />

As usual at the end of the year, the names of all authors,<br />

articles and depicted plants published in <strong>2020</strong><br />

are listed alphabetically.<br />

On the back page Tom Twijnstra goes over a cutting<br />

of an Epiphyllum hybrid that he initially wanted<br />

to discard, but its amazing orange red flowers made<br />

him change his mind.<br />

R.Bregman@contact.uva.nl<br />

282<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Index auteurs<br />

<strong>2020</strong><br />

Bercht, Ludwig ........................................ 36, 84, 121, 185, 218, 272, 279<br />

Bregman, Rob . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47, 74, 95, 143, 191, 239, 282<br />

Broek, Jan van den .............................................................230<br />

Elizabeth, Madeleine ............................................................82<br />

Groot, Henk de .................................................................30<br />

Heijnsdijk, Theo ..............................................3, 51, 99, 147, 195, 243<br />

Hoeve, Wolter ten ...............................................44, 92, 138, 235, 280<br />

Keijzer, Bert de ................................................................260<br />

Klaassen, Paul . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125, 163, 277<br />

Knippels, Peter .....................................13, 77, 110, 131,179, 211, 253, 267<br />

Lechner, Peter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .108<br />

Meutter, Louis Van de ..........................................................128<br />

Rijke, Tonnie de. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .175<br />

Ruinaard, Henk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19, 25, 89, 117, 166, 223, 270<br />

Smit, Ton .....................................................................265<br />

Spee, Bertus ...............................................11, 60, 106, 157, 216, 251<br />

Theunissen, Sjef ................................................................22<br />

Twijnstra, Tom. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48, 96, 144, 192, 240, 288<br />

Uijen, Aat van ..................................................................62<br />

Viscaal, Henk ............................................................. 190, 258<br />

Weezepoel, Herman. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .137<br />

Wijffelaars, Ben. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2, 50, 98, 146, 194, 233, 242<br />

Zuijlen, André van ...............................................................68<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 283


Register Jaargang 99 (<strong>2020</strong>)<br />

Artikelen<br />

Boekbespreking<br />

Aztekium - Kaktusy special 1, 2019 ...............................................190<br />

Monocotyledons - second edition ................................................279<br />

Informatief<br />

De donkere dagen: tijd om vooruit te blikken naar het volgende seizoen ..............253<br />

De oprichting en ondergang van een nationale succulentencollectie ..................131<br />

Echinocereus-paradijsje bij Fort Lancaster. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .159<br />

Ervaringen met het zaaien en verzorgen van cactussen .............................260<br />

Eigenwijs .....................................................................233<br />

Het zonnetje in de kas ...........................................................77<br />

Hygiëne in de kas ..............................................................270<br />

Internoto 40 jaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22<br />

Invloed van het substraat en de afdekking van zaden op het zaairesultaat . . . . . . . . . . . . .166<br />

zaai- en stekgrond op het zaairesultaat ................................223<br />

Luchtvochtigheid ..............................................................117<br />

Mijn hobby ‘de Adenium’. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .230<br />

Mijn kennismaking met . . . Echinocereus knippelianus ..............................267<br />

Mist ................................................................125, 163, 277<br />

Na gedane arbeid is het goed rusten, of begint het dan pas?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .211<br />

Nevelen .......................................................................89<br />

Reacties op artikel over nevelen .................................................175<br />

zaaien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68<br />

Rhipsalissen, cactussen uit het tropische woud .....................................62<br />

Schlumbergera’s hebben me te pakken ............................................82<br />

Succulentennieuwtjes ...........................................44, 92, 138, 235, 280<br />

Summary . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47, 95, 143, 191,239, 282<br />

Wakker worden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13<br />

We gaan richting de herfst . .....................................................179<br />

Zaaien <strong>2020</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .265<br />

Zoek de zon op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .110<br />

Planten<br />

Agave albopilosa. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216, 217<br />

bracteosa. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .251<br />

victoriae-reginae. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .195<br />

Aloe dichotoma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .251<br />

humilis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3<br />

Aporocactus flagelliformis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .96<br />

Copiapoa haseltoniana .........................................................106<br />

Disocactus ‘Frühlingsstern’ ......................................................288<br />

Dorstenia foetida ..............................................................106<br />

Echinocereus-hybriden ..........................................................25<br />

Echinocereus fendleri ...........................................................61<br />

Echinomastus unguispinus subsp. laui . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60<br />

284<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


Ferocactus latispinus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .217<br />

Frithia pulchra. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51<br />

Gymnocalycium saglionis .......................................................243<br />

spec. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .192<br />

Koningin van de nacht ..........................................................137<br />

Lobivia amblayensis. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11<br />

maximiliana. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .107<br />

Lophophora diffusa .............................................................12<br />

williamsii ..................................................................48<br />

Mammillaria candida . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .147<br />

pennispinosa .............................................................258<br />

Matucana calocephala ...........................................................74<br />

Obregonia denegrii .............................................................60<br />

Pachyphytum oviferum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .99<br />

Pterocactus fischeri ............................................................157<br />

Sedum dendroideum. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .252<br />

Sempervivum ..................................................................19<br />

Soehrensia bruchii .............................................................252<br />

Stapelia divaricata .............................................................128<br />

Tacitus bellus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .240<br />

Tillandsia spec. ................................................................144<br />

Turbinicarpus valdezianus ......................................................158<br />

Weingartia cintiensis ........................................37, 85, 186, 189, 218, 219<br />

gracilispina ...............................................................276<br />

kargliana .......................................................... 84, 86, 185<br />

neocumingii fa ....................................................41, 123, 222<br />

neocumingii .................................................272, 273, 274, 275<br />

neocumingii subsp. pulquinensis var. hentzscheliana . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41<br />

neumanniana . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36, 85, 186, 187, 188<br />

pygmaea ............................................................ 188, 189<br />

westii ..........................37, 38, 39, 40, 86, 87, 88, 97, 121, 122, 219, 220, 221<br />

Inleiding<br />

Een koninklijk predicaat ..........................................................2<br />

Toeval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50<br />

Lieve Lita ......................................................................98<br />

Socotra . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .146<br />

De Algemene Ledenvergadering .................................................242<br />

De kleine kas ..................................................................194<br />

Nieuwbeschrijving<br />

Sulcorebutia crispata subsp. rebutioides ..........................................108<br />

Reisverhalen<br />

De verrassing van Fuerteventura. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 285


Index van afbeeldingen van planten<br />

<strong>2020</strong><br />

Adansonia<br />

rubrostipa. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 179<br />

Adenium<br />

arabicum .........................232<br />

multiflorum .......................232<br />

obesum. . . . . . . . . . . . . . . . . . 230, 231, 232<br />

Aeonium<br />

arboreum 'Schwarzkopf' .............31<br />

Agave<br />

albopilosa. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216<br />

bracteosa .........................251<br />

Consideranti. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197<br />

nickelsiae .....................193, 203<br />

nickelsiae x lechuguilla. . . . . . . . . . . . . . 205<br />

pintilla ........................207, 208<br />

victorae-reginae .......... 196, 198, 201<br />

victoriae-reginae .......... 195, 209, 210<br />

victoriae-reginae subsp. swobodae. 206<br />

victoriae-reginae ssp. victoriae-reginae.204<br />

Albuca<br />

spiralis ............................110<br />

Aloe<br />

dichotoma ........................251<br />

gariepensis .........................72<br />

humilis ...................3, 4, 5, 6, 7, 8<br />

humilis x pratensis ...................9<br />

Aporocactus<br />

flagelliformis .......................96<br />

Astrophytum<br />

ornatum ...........................30<br />

Bulbine<br />

semibarbata. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17<br />

Bursera<br />

microphylla .......................277<br />

Caralluma<br />

burchardii. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34<br />

Chrysosplenium<br />

oppositifolium . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114<br />

Copiapoa<br />

calderana .........................266<br />

haseltoniana ......................106<br />

Cyrtanthus<br />

bicolor ............................110<br />

Dorstenia<br />

foetida ............................106<br />

Echinocactus<br />

saglionis ..........................246<br />

Echinocereus<br />

acifer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29<br />

bakeri .............................25<br />

coccineus subsp. rosei x E. chloranthus.229<br />

coccineus subsp. transpecosensis ....162<br />

coccineus x E. chloranthus. . . . . . . . . . . 174<br />

dasyacanthus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26<br />

dasyacanthus subsp. crockettianus160,161<br />

davisii x E. dasyacanthus 'rosei-rublettera'.<br />

...............................229<br />

engelmannii subsp. engelmannii ......25<br />

enneacanthus subsp. brevispinus ....162<br />

fendleri . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29, 61<br />

knippelianus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267<br />

knippelianus subsp. kruegeri ....268, 269<br />

pectinatus x E. coccineus subsp. paucispinus.<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229<br />

polyacanthus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26<br />

polyacanthus x E.bonkerae subsp. apachensis<br />

.............................1<br />

pulchellus subsp. weinbergii . . . . . . . . . . 26<br />

russanthus x E. coccineus subsp. rosei.229<br />

x neomexicanus .................28, 83<br />

Echinomastus<br />

unguispinus subsp. laui ..............60<br />

Echinopsis<br />

millarensis ........................222<br />

Eulychnia<br />

taltalensis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125<br />

Euphorbia<br />

copiapina .........................165<br />

ferox .................. 15, 80, 112, 182<br />

handiensis .........................34<br />

handiensis fa. cristata. . . . . . . . . . . . . . . . 35<br />

knuthi ............................253<br />

leuconeura .........................79<br />

neostapeloides ....................215<br />

obesa .............................14<br />

Ferocactus<br />

latispinus .........................217<br />

viridescens .........................15<br />

Frithia<br />

humilis ............................58<br />

pulchra ............51, 54, 55, 56, 57, 59<br />

Gymnocalycium<br />

pflanzii subsp. dorisiae. . . . . . . . . . . . . . 222<br />

saglionis .............243, 244, 245, 247<br />

saglionis subsp. tilcarense. . . . . . . . . . . 248<br />

saglionis var. minus ................249<br />

saglionis var. australe fa. splendens. 250<br />

286<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>


spec. .............................192<br />

spegazzinii ........................266<br />

Habranthus<br />

tubispathus .......................179<br />

Haemanthus<br />

humilis ...........................184<br />

humilis subsp. humilis ..............111<br />

Haworthia<br />

marginata. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6<br />

Lobivia<br />

amblayensis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11<br />

cinnabarina .......................220<br />

ferox .............................266<br />

grandiflora var. minuta .............266<br />

maximiliana .......................107<br />

Lophophora<br />

alberto-vojtechii ....................18<br />

diffusa .............................12<br />

soorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14<br />

williamsii. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48, 178<br />

Mammillaria<br />

candida . . . . . .147, 149, 150, 151, 152, 154<br />

halei. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277<br />

humboldtii ....................145, 153<br />

pennispinosa . . . . . . . . . . . . . . . . . .258, 259<br />

Matucana<br />

calocephala ..................74, 75, 76<br />

Melocactus<br />

zehntneri .............. 16, 81, 112, 182<br />

Neochilenia<br />

napina ............................266<br />

Nolana<br />

crassulifolia .......................165<br />

Notocactus<br />

electracanthus nom. prov.. . . . . . . . .23, 24<br />

Obregonia<br />

denegrii. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60<br />

Pachyphytum<br />

oviferum . . . . . . 99, 101, 102, 103, 104, 105<br />

Pachypodium<br />

brevicaule. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 211<br />

Pterocactus<br />

fischeri ...........................157<br />

Rhipsalis<br />

aurea. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .66, 67<br />

burchellii. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65, 66<br />

campos-portoana ...................64<br />

cereuscula .........................62<br />

clavata .............................63<br />

pilocarpa. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49, 63, 64<br />

pulchra .........................64 65<br />

Schlumbergera<br />

'Bruxas Brazil' ......................82<br />

Sedum<br />

album ........................114, 116<br />

dendroideum. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 252<br />

Selenicereus<br />

grandiflorus .......................137<br />

Sempervivum<br />

tectorum. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19<br />

Sesamothamnus<br />

guerchii. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111<br />

Soehrensia<br />

bruchii ............................252<br />

Stapelia<br />

divaricata ................ 128, 129, 130<br />

Stenocereus<br />

eruca . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 278<br />

Sulcorebutia<br />

crispata subsp. rebutioides . . . . . . . . . . 109<br />

Tacitus<br />

bellus. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240<br />

Tillandsia<br />

spec. .............................144<br />

Turbinicarpus<br />

valdezianus .......................158<br />

Umbilicus<br />

rupestris . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114<br />

Weingartia<br />

cintiensis. . . .37, 85, 86, 186, 189, 218, 219<br />

gracilispina ........................276<br />

kargliana. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .84, 185<br />

neocumingii . . . . . . 241, 272, 273, 274, 275<br />

neocumingii fa. . . . . . . . . . . . . 41, 123, 222<br />

neocumingii subsp. pulquinensis var.<br />

hentzscheliana. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41<br />

neocumingii subsp. pulquinensis var.<br />

lagarpampensis .....................42<br />

neumanniana ......36, 85, 187, 186, 188<br />

pulquinensis .......................43<br />

pygmaea. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .188, 189<br />

westii. . . 37, 38, 39, 40, 86, 87, 88, 97, 121, .<br />

..................122, 219, 220, 221<br />

Welwitschia<br />

mirabilis ......................180, 181<br />

Zephyranthes<br />

miradorensis ......................178<br />

Zygophyllum<br />

fontanesii .....................233, 234<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99 (6) <strong>2020</strong> 287


Ben Wijffelaars<br />

De Algemene LedenVergadering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .242<br />

Theo Heijnsdijk<br />

Gymnocalycium saglionis De knobbel-kincactus .......243<br />

Bertus Spee<br />

Voor het voetlicht 112 .............................251<br />

Peter Knippels<br />

De donkere dagen: tijd om vooruit te blikken naar het volgende<br />

seizoen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .253<br />

Henk Viscaal<br />

Mammillaria pennispinosa .........................258<br />

Bert de Keijzer<br />

Ervaringen met het zaaien en verzorgen van<br />

cactussen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .260<br />

Ton Smit<br />

Zaaien <strong>2020</strong>. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .265<br />

Peter Knippels<br />

Mijn kennismaking met ……<br />

Echinocereus knippelianus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .267<br />

Henk Ruinaard<br />

Hygiëne in de kas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .270<br />

Ludwig Bercht<br />

Het geslacht Weingartia<br />

Populaties met een LB-nummer (6). . . . . . . . . . . . . . . . . .272<br />

Paul Klaassen<br />

Mist (3) Mexico, Baja California .....................277<br />

Ludwig Bercht<br />

Boekbespreking ..................................279<br />

Wolter ten Hoeve<br />

Succulentennieuwtjes .............................280<br />

Rob Bregman<br />

Summary . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .282<br />

Tom Twijnstra<br />

Snijboon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .288<br />

Voorpagina: Weingartia neocumingii (LB 3614)<br />

Foto: Ludwig Bercht<br />

Inlichtingen over het lidmaatschap en ontvangst<br />

van nummers en adreswijzigingen aan:<br />

Inquiries about membership and receipt of issues<br />

and address changes to:<br />

D.H. Roozegaarde<br />

Banninkstraat 5<br />

7255 AT Hengelo (Gld)<br />

Tel.: +31(0)575 465270<br />

E-mail: ledenadministratie@succulenta.nl<br />

Lophophora Disocactus ‘Frühlingsstern’<br />

williamsii<br />

Snijboon<br />

Tom Twijnstra<br />

Kartelige stengels. Vormeloze<br />

slierten. Lukraak uitgroeiende<br />

vlerken. Alle beschikbare ruimte<br />

innemend. Niet soortecht. Midden<br />

in de nacht bloeiend. En bovenal:<br />

belachelijke cultivarnamen<br />

als ‘Bertha’s Glory’, of ‘Bambergens<br />

Pride’. Kortom, de rare snijboon<br />

onder de cactussen. Niet<br />

aan beginnen en links laten liggen.<br />

Toen werd mij op een goeie dag<br />

zo’n afgebroken stengel in de<br />

maag gesplitst. Deponeren in de<br />

biobak was geen optie. De gulle<br />

gever zou daar zeker achterkomen,<br />

met alle nare gevolgen van<br />

dien. Dus toch netjes opgepot,<br />

neergezet en de volgende zomer<br />

aan een boom gehangen.<br />

Grote verrrassing: de goede verzorging<br />

werd gelijk beloond met<br />

enorme oranjerode bloemen, die<br />

niet ‘s nachts, maar midden op de<br />

dag open gingen. Als bij toverslag<br />

waren ze weg, mijn lang gekoesterde<br />

vooroordelen.<br />

De jacht is nu geopend op stekjes<br />

van deze planten, die zulke<br />

mooie bloemen geven.<br />

tomtwijnstra@hotmail.com<br />

288<br />

<strong>Succulenta</strong> jaargang 99(6) <strong>2020</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!